143Installatiehandleiding thermostaat auroMATIC 620 0020094406_00
Functieoverzicht
Uitschakelvertraging (alleen voor cascades)
Na afloop van de uitschakelvertragingstijd wordt de
volgende uit te schakelen trap alleen uitgeschakeld,
wanneer de temperatuur zich nog steeds boven de uit-
schakeltemperatuur bevindt.
Vaste-waarde-circuit/vaste waarde-regeling
Deze functie is nodig voor speciale toepassingen als
luchtgordijnen, ventilators e. d. Bij deze regeling wordt
geregeld naar een vaste aanvoertemperatuur, onafhan-
kelijk van de gewenste kamertemperatuur en buiten-
temperatuur.
Bij dit regelingstype kunnen alle bedrijfsfuncties worden
ingesteld. Precies zo werkt de behoefte-afhankelijke CV-
uitschakeling.
Verlagingstemperatuur
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uw
CV-toestel de kamertemperatuur buiten de geprogram-
meerde tijdvensters instelt.
Als de thermostaat in gebruik wordt genomen, wordt als
eerste altijd gevraagd naar het noodzakelijke hydrau-
lische schema. De hydraulische schema's die ter
beschikking staan, zijn beschreven in hoofdstuk 5.
Verwarmingsondersteuning met zonne-energie
De verwarmingsondersteuning met zonne-energie dient
ervoor zonnewarmte ook te gebruiken voor verwarming.
Daarbij wordt de retourtemperatuur in de CV-installatie
verhoogd.
Met behulp van de hydraulische schema's 1-4 kan de
verwarmingsondersteuning met zonne-energie worden
bereikt
met de 3e verschilregelaar TD1, TD2 en MA.
- TD1 wordt hiervoor in het midden van de boiler
geplaatst,
- TD2 wordt hiervoor in de retourleiding geplaatst.
Vorstbeveiliging van de boiler
De temperatuur in de boiler wordt altijd op een mini-
mumtemperatuur van 12 °C gehouden. De vorstbeveili-
ging van de boiler werkt niet, wanneer een contact op
de boilervoeleringang geschakeld is (R 0 Ohm – R onein-
dig).
Vorstbeveiligingsvertraging / CV-vorstbeveiliging
De functie CV-vorstbeveiliging waarborgt in de bedrijfs-
functies Uit, Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbevei-
liging in de installatie en geldt voor alle aangesloten CV-
circuits. Om te vermijden dat de installatie bevriest,
wordt de gewenste kamertemperatuur ingesteld op de
ingestelde gewenste verlagingswaarde en de CV-pomp
ingeschakeld, wanneer de buitentemperatuur beneden
een waarde van 3 °C komt. De vorstbeveiligingsfunctie
kan voor een bepaalde tijdsinterval worden onderdrukt
door instellen van een vertragingstijd
(instelbereik 0 - 23 h).
Verder wordt de vorstbeveiliging onafhankelijk van de
gemeten buitentemperatuur geactiveerd, wanneer bij
een aangesloten afstandsbediening wordt vastgesteld
dat de gemeten kamertemperatuur lager is dan de inge-
stelde verlagingstemperatuur.
Warmwaterbijwarming drinkwaterboiler
Het bijwarmen van de drinkwaterboiler (SP1 bij hydrau-
lisch schema 1–4 resp. SP4 bij hydraulisch schema 5–8)
vindt altijd plaats wanneer:
• het boilercircuit binnen het geprogrammeerde tijd-
venster ligt
• de boilertemperatuur 5K onder de ingestelde gewen-
ste waarde ligt
De geactiveerde nachtopwarmvertraging voorkomt de
boilerlading gedurende de ingestelde tijd, wanneer een
zonne-opbrengst aanwezig is. In het hydraulische
schema 9 wordt de bijwarming via het drinkwaterstation
VPM W geactiveerd. Zie handleiding VPM W.
Warmwatervoorrang
De warmwatervoorrangschakeling is alleen actief, wan-
neer de warmwaterboiler in de hydraulische schema's 5-
8 direct op de driewegklep of de laadpomp van het CV-
toestel is aangesloten. De boilervoeler TD2 blijft verder
aangesloten op de VRS 620. Het CV-toestel kan bij deze
hydraulische koppeling ofwel de bufferboiler of de
warmwaterboiler opwarmen.