139Installatiehandleiding thermostaat auroMATIC 620 0020094406_00
CV-circuit configureren
In de installatieassistent (¬ menu A6) kunt u alle aan-
gesloten CV-circuits overeenkomstig hun gebruik confi-
gureren. Door de configuratie worden in de displays
alleen nog de waarden en parameters weergegeven die
van belang zijn voor het gekozen type CV-circuit.
De volgende instellingen zijn mogelijk voor mengcircuits:
Mengcircuit (vloer- of radiatorcircuit als mengcircuit),
Vaste waarde (d.w.z. het mengcircuit wordt geregeld
naar een vaste waarde), Retourverhoging (bij conventio-
nele warmtebronnen en installaties met grote waterin-
houd ter bescherming tegen corrosie in de CV-ketel
door langdurige onderschrijding van het dauwpunt), Boi-
lerlaadcircuit en „Uitgeschakeld“ (wanneer bij een
mengmodule VR 60 het tweede CV-circuit niet nodig is,
ter onderdrukking van de parameters).
Extra uitgang
Hierbij gaat het om een 230–V–schakelcontact dat ofwel
voor de bijwarming via elektrische verwarming van de
boiler of als schakelcontact voor de legionellabeveiliging
kan worden geconfigureerd.
Inschakelverschil
Het inschakelverschil ontstaat uit de vergelijking tussen
de collectortemperatuur en de onderste temperatuur
van de zonneboiler. Om ervoor te zorgen dat de boiler
naar de gewenste waarde wordt opgewarmd, wordt de
zonnecircuitpomp ingeschakeld als de opgegeven
waarde, d.w.z. het inschakelverschil, wordt overschre-
den.
Aanwijzing: Geldt niet in combinatie met een zonnesta-
tion VPM S of VMS.
Gewenste aanvoertemperatuur
De door de thermostaat op basis van de opgegeven
parameters berekende aanvoertemperatuur in een CV-
circuit.
Inschakelvertraging (alleen voor cascades)
Daarbij gaat het om de tijd die na inschakeling van de
voorafgaande cascade-/keteltrap moeten worden
gewacht tot de inschakeling van de volgende trap. Deze
dient ervoor onnodig in- en uitschakelen van de trappen
te vermijden, wanneer de installatie zich in de buurt van
de gewenste ingestelde waarde bevindt. De volgende
trap wordt alleen ingeschakeld, wanneer na afloop van
deze tijd de actuele gewenste installatiewaarde nog niet
werd bereikt of werd overschreden.
Ketelvolgorde-omkeer (alleen voor cascades)
Doel van de ketelvolgorde-omkeer is een gelijkmatige
werkduur van alle aangesloten warmteopwekkers.
Een wissel van de ketelvolgorde wordt uitgevoerd, wan-
neer:
1. ketelvolgorde-omkeer in het menu vrijgegeven en
2 ketelvolgorde-omkeer in het gekozen hydraulisch
schema mogelijk en
3 verschil in de aansturingsduur tussen eerste en
laatste ketel 100 h bedraagt.
- In dit geval wordt volgens aanstuururen in oplo-
pende volgorde gesorteerd.
- Er wordt een interne waarde voor de aanstuururen
gebruikt, er worden niet de gebruiksuren van het
CV-toestel uitgelezen.
Opmerkingen:
– Bij warmteopwekkers met verschillende vermogens is
een ketelvolgorde-omkeer niet zinvol.
Ketelschakelverschil
Bij het in cascade schakelen van warmteopwekkers als-
mede bij 2-traps ketels is een ketelschakelhysterese
nodig, om de warmteopwekkers of de trappen van de
ketel uit of in te schakelen. De thermostaat maakt een
individuele instelling van de noodzakelijke schakelhyste-
rese mogelijk. Daarbij zijn de volgende criteria vastge-
legd waarbij in- en uitgeschakeld wordt:
– inschakeltemperatuur 1/3 van de hysterese beneden
gewenste installatiewaarde
– uitschakeltemperatuur 2/3 van de hysterese boven
gewenste installatiewaarde
De schakelhysterese is asymmetrisch, zodat bij hogere
buitentemperaturen (= lage gewenste aanvoertempera-
tuur) het CV-toestel ook de mogelijkheid heeft in te
schakelen (vooral bij vlakke stooklijnen).
Parameter schakelhysterese: 1 – 20 K basiswaarde 8 K
Legionella
Legionella zijn in het water levende bacteriën die zich
snel kunnen verspreiden en die tot ernstige longaandoe-
ningen kunnen leiden. Zij komen daar voor waar ver-
warmd water zorgt voor optimale omstandigheden voor
de vermeerdering ervan. Kortstondig opwarmen van het
water boven 65 °C doodt legionella.
Legionellabeveiliging
De legionellabeveiliging kan slechts globaal voor alle
boileropwarmcircuits worden geactiveerd. Bij geac-
tiveerde functie wordt op het ingestelde tijdstip uitgevo-
erd: 1x per week of dagelijks op het gekozen tijdstip wor-
den de betreffende boiler en de dienovereenkomstige
warmwaterleidingen naar een temperatuur van 70 °C
gebracht. Hiervoor wordt de betreffende gewenste boi-
lerwaarde naar 68/70 °C (2K-hysterese) verhoogd en
de betreffende circulatiepomp ingeschakeld.
Functieoverzicht