- 29 -
7.BESCHERMINGENVANDEACCULADER
De acculader beschermt zichzelf in het geval van:
- Overbelasting (afgifte van te veel stroom naar de accu).
- Kortsluiting (laadklemmen die met elkaar in contact komen).
- Omkering van de polareit op de klemmen van de accu.
In de toestellen voorzien van zekeringen is het verplicht in geval van
vervanging, analoge reserveonderdelen te gebruiken die dezelfde
waarde van nominale stroom hebben.
OPGELET: De zekering vervangen met andere stroomwaarden
die verschillen van diegene aangeduid op de plaat zou schade aan
personen of dingen kunnen veroorzaken. Omwille van dezelfde
reden moet men absoluut de vervanging van de zekering vermijden
met bruggen in koper of een ander materiaal. De operatie van de
vervanging van de zekering moet altijd uitgevoerd worden met de
voedingskabel LOSGEKOPPELD van het net.
8.NUTTIGERAADGEVNGEN
- De positieve en negatieve klemmen schoonmaken van mogelijke
incrustaties van oxide teneinde een goed contact van de tangen te
garanderen.
- Absoluut vermijden de twee tangen in contact te brengen wanneer
de batterijlader in het net is ingeschakeld. In dit geval heeft men de
verbranding van de zekering.
- Indien de batterij waarmee men deze batterijlader wenst te
gebruiken permanent ingeschakeld is op een voertuig, ook
de instructie- en/of onderhoudshandleiding van het voertuig
raadplegen in het gedeelte ”ELEKTRISCHE INSTALLATIE” of
”ONDERHOUD”.