3
11 - Reiniging en onderhoud
■ Neem voor een juiste werking van uw
apparaat deze reinigings- en onderhouds-
instructies na ieder gebruik in acht.
■ Maak de snelkookpan na ieder gebruik
met lauw water en afwasmiddel schoon.
Doe hetzelfde met het stoommandje.
Gebruik geen bleekmiddel of
chloorhoudende middelen.
Voor het reinigen van de binnenzijde
van de pan
■ Gebruik een schuursponsje.
Voor het reinigen van de buitenzijde
van de pan
■ Gebruik een gewoon sponsje.
■■ U kunt de pan in de vaatwasmachine
wassen.
■ Wanneer de binnenzijde van de RVS
pan verkleurd is, reinig deze dan met azijn
of een speciaal reinigingsmiddel voor
RVS.
Voor het reinigen van het deksel
■ Reinig het deksel met lauw water, een
spons en afwasmiddel.
■ Was het deksel niet in de vaatwasmachine.
Voor het reinigen van de rubberring
van het deksel
■ Reinig na ieder gebruik de rubberring en
zijn zitting.
■ Voor het plaatsen van de rubberring, let
op de tekening - Fig 11 - 12
Voor het reinigen van het
overdrukventiel (A)
■ Verwijder het overdrukventiel (A): zie
hoofdstuk 6.
■ Reinig het overdrukventiel onder
stromend kraanwater -Fig 13
Schoonmaken van de binnenkant van
het deksel
■ Verwijder het ventiel.
■ Controleer met het blote oog bij daglicht
of het palletje van de stoomuitlaat schoon
en rond is. Reinig het, indien nodig, met een
tandenstoker - Fig 9
Voor het reinigen van het
veiligheidsventiel (D)
Nooit het overdrukventiel demonteren.
■ Reinig de onderzijde van het
veiligheidsventiel aan de binnenzijde van
het deksel. Reinig het met water.
■ Controleer de juiste werking door licht op
het klepje te drukken, dit moet zonder
moeite ingedrukt kunnen worden -Fig 14
Gebruik hiervoor geen scherpe of
puntige voorwerpen.
Voor het opbergen van uw snelkookpan
■ Leg het deksel omgekeerd op de pan.
12 - Veiligheid
Uw snelkookpan is voorzien van
verschillende veiligheidsvoorzieningen,
waarvan 2 voor de overdruk:
■ Eerste voorziening: het veiligheidsventiel
zorgt dat de druk afneemt en de stoom
verticaal - Fig 15
■ Tweede voorziening: de rubberring zorgt
ervoor dat de stoom tussen het deksel en de
pan kan ontsnappen - Fig 16
Eén van de veiligheidssystemen treedt
in werking:
■ Doe de warmtebron uit.
■ Laat de snelkookpan afkoelen.
■ Openen.
■ Controleer en reinig het overdrukventiel
(A), de stoomuitlaat (B), het
veiligheidsventiel (D) en de rubberring (H).