5756
KLIMA-MONITOR - Radiografische thermo-hygrometer
KLIMA-MONITOR - Radiografische thermo-hygrometer
6.7 Maximum- en minimumwaarden
•
Druk op de MIN/MAX / – toets.
•
MAX verschijnt op het display.
•
Op het display verschijnen de maximum meetwaarden sinds de laatste terug-
zetting.
•
Druk op de MAX / MIN / - toets en houd deze ingedrukt, om de maximale
waarden van het geselecteerde kanaal te wissen.
•
Druk nog eens op de MIN/MAX / – toets.
•
MIN verschijnt op het display.
•
Op het display verschijnen de minimale meetwaarden sinds de laatste terug-
zetting.
•
Druk op de MIN/MAX / – toets en houd deze ingedrukt, om de minimale
waarden van het geselecteerde kanaal te wissen.
• Druk nog eens op de MIN/MAX / – toets, om de actuele waarden te verkrijgen.
7. Instelling
•
Het apparaat verlaat automatisch de instelmodus, als er geen toets wordt
ingedrukt.
•
Houdt u de MIN/MAX / – of de CHANNEL / + toets in de overeenkomstige
instelmodus ingedrukt, en u komt in de snelloop.
7.1 Instelling van het alarm voor de temperatuur en de luchtvochtigheid
7.1.1 Temperatuuralarm
•
Druk op de CHANNEL / + toets totdat de pijl op het gewenste kanaal
(kanaal 1-3 en interne sensor) verschijnt.
•
Druk op de ALARM toets en houdt deze 3 seconden ingedrukt.
•
HI AL en 60 °C (standaardinstelling IN: 35°C) of de ingestelde temperatuur-
bovengrens verschijnt op het display.
•
Stel de gewenste temperatuurbovengrens met de CHANNEL / + of de
MIN/MAX / – toets in.
•
Druk op de ALARM / SET toets en houdt deze ingedrukt, nadat u de waarde
heeft ingesteld en deze nog steeds knippert, om de alarmfunctie in te scha-
kelen.
•
Het alarmsymbool verschijnt op het display.
•
Bevestig met de ALARM / SET toets.
•
LO AL en -20°C (standaardinstelling IN: 10°C) of de ingestelde temperatuur-
ondergrens verschijnt op het display.
•
Druk op de CHANNEL / + toets totdat de pijl op het gewenste kanaal ver-
schijnt.
•
Druk op de CHANNEL / + toets en houdt deze drie seconden lang ingedrukt.
•
Het ontvangstsymbool verschijnt.
•
Het basisapparaat probeert de meetwaarden te ontvangen.
6.3 Extra zenders
•
Indien u meer dan drie zenders heeft aangesloten, verschijnen op de 4 sectie
van de display de gemeten waarden voor de zenders 4 tot 8.
•
Kies met de CHANNEL / + toets de vierde sectie van het display. De pijl ver-
schijnt op de overeenkomstige sectie van het display.
•
Druk op de CHANNEL / +, en u kunt tussen de geïnstalleerde zenders kiezen.
•
Druk na de laatste geïnstalleerde zender nog eenmaal op de toets en op het
display verschijnt het cirkelsymbool. Op de vierde sectie van het display, ver-
schijnen afwisselend de waarden van de interne sensor en de vierde tot
achtste zender. Druk nog eens op de toets om de functie uit te schakelen.
•
Op het display verschijnen de gemeten binnenwaarden.
6.4 Weergave van de temperatuur
•
Druk op de MIN/MAX / – toets en houd deze ingedrukt en u kunt tussen de
weergave van de temperatuur in °C (graden Celsius) of °F (graden Fahren-
heit) kiezen.
6.5 Temperatur-tendensindicatie
•
De trendpijlen tonen u of de temperatuurwaarden actueel stijgen, dalen of
gelijk blijven.
6.6 Comfortniveau
•
Op het display verschijnt een vrolijk gezicht (RH 45…65%), een neutrales
gezicht (RH < 45%) of een treurig gezicht (RH > 65%) om het comfortniveau
van het klimaat aan te duiden.
RH < 45% RH 45...65% RH > 65%
droog comfort vochtig
TFA_No. 30.3054_Anleit_08_16 05.08.2016 09:30 Uhr Seite 29