Het apparaat is ingedeeld in klasse 1 of
klasse 2, subklasse 1
Aanwijzingen voor de installateur
Het apparaat moet overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften, met behulp van
een stabiliteitsvoorziening aan de structuur
van het gebouw worden gemonteerd.
Installatie van stabiliteitsvoorziening
Nadat het apparaat op het gasnet is aange-
sloten, moet de veiligheidsketting aan het
starre buisgedeelte worden bevestigd met
de ronde bevestiging die bij de ketting
wordt geleverd.
Bevestig het andere uiteinde van de ketting
vervolgens aan de achtermuur.
De onderstaande aanwijzingen zijn bestemd
voor de erkende installateur, zodat hij de
installatie, het instellen en het technische
onderhoud correct en overeenkomstig de
geldende voorschriften en normen kan
uitvoeren.
Belangrijk: voordat instellings- of onder-
houdswerkzaamheden worden uitgevoerd,
dient het fornuis van de elektriciteit te wor-
den afgesloten.
De technische kenmerken van het fornuis
vindt u op het typeplaatje aan de binnen-
kant van de lade aan de voorzijde.
Bevestig het fornuis stevig aan de muur
Boor twee gaten in de muur, ongeveer
710 mm boven de onderste hoek aan de zij-
kant van het fornuis (zoals aangegeven in
afb. A positie F, zodat ze worden afgedekt
door het fornuis zelf (zie afb. B). Plaats
onderdeel R (muurplug) in de gaten F en
schroef de haak G in onderdeel R (afb. C).
Bevestig de ketting aan de haak G zoals
aangegeven in afb. D positie C.
NL
17
Aanwijzingen voor de installateur