35Airbagsysteem
Het systeem van frontairbags bestaat in wezen uit:
●een elektronische aanstuur- en controlevoorziening (regelapparaat),
●de beide frontairbags (airbags met gasgenerator) voor de bestuurder en
bijrijder,
●een controlelampje in het dashboard ⇒ pagina 32.
De werking van het airbagsysteem wordt elektronisch gecontroleerd. Elke
keer wanneer het contact wordt ingeschakeld, gaat het airbagcontrolelamp-
je enkele seconden branden (zelfdiagnose).
Er is een storing in het systeem als het controlelampje :
●niet gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld ⇒ pagina 32,
●niet na ca. vier seconden uitgaat nadat het contact werd ingeschakeld,
●weer gaat branden nadat het contact werd ingeschakeld en het controle-
lampje uitging,
●tijdens het rijden gaat branden of knipperen.
De frontairbags worden niet geactiveerd bij:
●uitgeschakeld contact,
●lichte frontale botsingen,
●botsingen van opzij,
●botsingen van achteren,
●koprol.
ATTENTIE
●De maximale beschermende werking van de veiligheidsgordels en het
airbagsysteem wordt alleen bij een correcte zitpositie bereikt ⇒ pagina
10, Juiste zithouding van de inzittenden.
●Als er een storing in het airbagsysteem is, moet het systeem direct
door een gespecialiseerde werkplaats worden gecontroleerd. Anders be-
staat het gevaar dat de airbags bij een frontale botsing helemaal niet
resp. niet optimaal worden geactiveerd.
Werking van de frontairbags
Het risico op letsel aan hoofd en bovenlichaam wordt door
de opgeblazen airbags gereduceerd.
Afbeelding 18 Geacti-
veerde frontairbags
Het airbagsysteem is zo geconstrueerd dat bij zware frontale botsingen de
bestuurders- en bijrijdersairbag worden geactiveerd.
Afhankelijk van het ongeluk worden mogelijk gelijktijdig de frontairbags en
de zijairbags geactiveerd.
Wanneer het systeem geactiveerd wordt, vullen de luchtzakken zich met
drijfgas en ontvouwen zij zich voor de bestuurder en de bijrijder ⇒ Afbeel-
ding 18. Bij het treffen van de volledig opgeblazen luchtzakken wordt de
voorwaartse beweging van de inzittenden voorin gedempt en het verwon-
dingsrisico voor hoofd en bovenlichaam gereduceerd.
De speciaal ontwikkelde airbag maakt het mogelijk dat het gas onder het
gewicht van de inzittende gericht wegstroomt. Op deze wijze worden het
hoofd en het bovenlichaam beschermd en door de airbag opgevangen. Na
een aanrijding is de luchtzak derhalve zo ver leeggelopen dat het zicht naar
voren weer vrij is.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens