41
41
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende
onderdelen dan beschadigd kunnen raken.
• Bewaar de telefoon niet in een extreem warme
ruimte. Door de hoge temperatuur gaan
elektronische apparaten minder lang mee,
kunnen batterijen beschadigd raken en kan het
plastic kromtrekken of smelten.
• Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan
zich condens in de telefoon vormen, waardoor
de elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
• Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegenaan stoot. Als u ruw met de telefoon
omgaat, kunnen de interne onderdelen
beschadigd raken.
• Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Veeg de
telefoon af met een zachte doek.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat
verstopt raken waardoor de telefoon niet meer
goed werkt.
• Leg de telefoon niet in of op
verwarmingsapparaten, zoals een magnetron,
fornuis of radiator. De telefoon kan oververhit
raken en ontploffen.
• Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat
waterschade aanduidt, van kleur. In dit geval
valt de reparatie van de telefoon niet meer
onder de garantie van de fabrikant, ook al is de
garantietermijn nog niet verstreken.
• Gebruik de flitser of de verlichting van de
telefoon niet vlakbij de ogen van mensen of
dieren. Dit kan oogbeschadigingen opleveren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes of aangepaste accessoires kunnen de
telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de
telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke
bepalingen omtrent radioapparatuur.
• Als de telefoon, de batterij, de oplader of een
van de accessoires niet goed werkt, gaat u
ermee naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde
servicecentrum. Daar zal men u van advies
dienen en indien nodig voor reparatie zorgen.