3
Veiligheids- en onderhoudsvoorschriften
Het werken met houtbewerkingsmachines is aangenaam werk dat u beslist veel vreugde schenkt.
De bediening van de machine vereist voortdurende oplettendheid en voorzichtigheid. Let daarom, voor uw
eigen veiligheid, op de voorschriften die in dit hoofdstuk samengevat zijn.
- Deze machine is enkel veilig te gebruiken indien de gebruiker de gebruiksaanwijzingen en de
veiligheidsvoorschriften strikt naleeft.
- Het is absoluut noodzakelijk de handleiding aandachtig te lezen om zo goed te weten hoe de machine
werkt en wat de beperkingen ervan zijn.
- Zorg er steeds voor dat alle beveiligingen op de machine gemonteerd zijn en dat de machine aangesloten is
op een afzuiginstallatie voor spanen.
- Zorg eveneens voor voldoende plaats rond de machine en een goede verlichting van de werkplaats.
- Bij het verwisselen van gereedschap of het uitvoeren van onderhoud moet de machine steeds van het net
afgeschakeld zijn.
- Messen en gereedschappen die niet goed geslepen of in slechte staat zijn verminderen niet alleen de
kwaliteit van het afgeleverde werk, maar verhogen het risico op ongevallen.
- Draag steeds aangepaste kledij, losse of gescheurde kleren zijn zeer gevaarlijk.
- Houd kinderen bij de machine weg.
- Bij het werken met de machine wordt het gebruik van oor- en oogbescherming aangeraden.
Gevarenlijst
Deze lijst is gebaseerd op de delen 1 en 2 van de EN 292 en bijvoegsel A van deel 2.
Gebruiksaanwijzingen
- De volgende aanbevelingen voor een veilige werkwijze worden als voorbeeld gegeven, bovenop alle
informatie die eigen is aan deze machine en die nodig is voor een veilig gebruik ervan.
- In functie van het soort werk dat moet worden uitgevoerd moet de veiligheidsapparatuur gebruikt worden.
- De gebruiker moet echter eveneens de gebruiksvoorschriften volgen teneinde ongevallen te vermijden.
1. Vorming van de bedienaars van de machine
Het is absoluut noodzakelijk dat de machinebedienaars een behoorlijke opleiding krijgen i.v.m. het bedienen,
het afregelen en de werking van de machine.
In het bijzonder :
a. De risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van de machine.
b. De werkingsprincipes, het juiste gebruik en de instelling van de machine.
c. De juiste keuze van het gereedschap voor elke bewerking.
d. Het veilig verhandelen van de te bewerken onderdelen.
e. De positie van de handen t.o.v. de schaafas en het veilig stockeren van de stukken voor en na het
bewerken.
2. Stabiliteit
Om de machine op een veilige manier te kunnen gebruiken is het absoluut noodzakelijk dat deze stabiel en
stevig op de grond of een andere ondergrond staat.
3. Afstelling en installatie van de machine
a. Voor elke afstelling moet de machine van het net worden afgeschakeld.
b. Bij het installeren en het afregelen van de gereedschappen moeten de raadgevingen van de
onderdelenfabrikant gevolgd worden.
c. Om een veilig en doeltreffend gebruik te verzekeren moet het gereedschap worden aangepast aan het
materiaal dat moet worden bewerkt. Het gereedschap moet correct worden geslepen en geïnstalleerd, met
zorgvuldig uitgebalanceerde gereedschapshouders.
4. Het hanteren van het gereedschap
Bij het hanteren van het gereedschap moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ongevallen zoals
ernstige snijwonden te vermijden.