43
In/uitschakelen nummerspecifieke blokkering:
Naast het programmeren van de te blokkeren nummers, dient u per handset in
te stellen of de blokkering in- of uitgeschakeld moet zijn.
1. druk toets PROG
2. voer via het toetsenbord de code 222 in, de interne nummers
van de aangemelde handsets komen op het display
3. voer via het toetsenbord het 1-cijferige handsetnummer in
waarvoor de blokkering geldt
4. voer via het toetsenbord de code 0 in, rechts in het display
verschijnt de status van de betreffende handset (0 of 1)
5. gebruik de toetsen ∆ of ∇ om te wisselen tussen:
0 = blokkering uitgeschakeld
1 = blokkering ingeschakeld
6. druk de OK-toets om de keuze vast te leggen
7. druk de C-toets om terug te keren naar de ruststand
In/uitschakelen algemene nummerblokkering:
U kunt elke handset zo instellen dat er alleen intern gebeld kan worden (inter-
comfunctie naar andere handsets) of dat de handset alleen binnen het land mag
bellen (nummers beginnend met 00 worden geblokkeerd).
1. druk toets PROG
2. voer via het toetsenbord de code 221 in, de interne nummers
van de aangemelde handsets komen op het display
3. voer via het toetsenbord het 1-cijferige handsetnummer in
waarvoor de blokkering geldt; rechts in het display verschijnt
de status van de betreffende handset (0, 1 of 2)
4. gebruik de toetsen ∆ of ∇ om te wisselen tussen:
0 = alleen intercomgesprek mogelijk
1 = geblokkeerd voor internationale gesprekken
2 = geen algemene blokkering
5. druk de OK-toets om de keuze vast te leggen
6. druk de C-toets om terug te keren naar de ruststand