NL
Verwijder de stof van het filter met behulp
van een zachte borstel. Gebruik in geval
van slijtage een nieuw filter.
Plaats het filter (37) in de filterhouder (39).
Monteer het deksel (36) totdat de lip (34)
op zijn plaats klikt.
332830 - Reinigen en vervangen
van het HEPA-filter (fig. K & L)
Het apparaat is voorzien van een HEPA-filter
(38). Het HEPA-filter is een speciaal luchtfilter
dat ruim 99% van de stofdeeltjes verwijdert
die anders weer in de lucht zouden gaan
circuleren. Het HEPA-filter (38) moet regelmatig
worden gereinigd. Het HEPA-filter (38) moet
na enkele maanden worden vervangen of
wanneer het versleten of beschadigd is.
Vervangende HEPA-filters zijn verkrijgbaar bij
ons servicestation.
Voorzichtig! Was het HEPA-filter niet en
spoel het HEPA-filter niet af.
Druk de lip (35) in en verwijder het deksel
(36).
Verwijder het filter (38) uit de filterhouder
(39).
Tik de plastic rand van het filter (38)
voorzichtig aan om de stofdeeltjes te
verwijderen. Gebruik in geval van slijtage
een nieuw filter.
Voorzichtig! Tik niet het filter zelf aan om
beschadiging van het filter te vermijden.
Plaats het filter (38) in de filterhouder (39).
Monteer het deksel (36) totdat de lip (34)
op zijn plaats klikt.
Disclaimer
Wijzigingen voorbehouden; specificaties
kunnen zonder opgave van redenen worden
gewijzigd.
Reinigen en vervangen van het
motorfilter (fig. B, C, D & J)
Het motorfilter (33) beperkt de hoeveelheid
stof die de motorunit binnendringt tot het
mimimum. Het motorfilter (33) moet regelmatig
worden gereinigd. Het motorfilter (33) moet na
enkele maanden worden vervangen of
wanneer het versleten of beschadigd is.
Vervangende motorfilters zijn verkrijgbaar bij
ons servicestation.
Voorzichtig! Was het motorfilter niet en spoel
het motorfilter niet af.
Houd de ontgrendelingsknop (17)
ingedrukt en open het deksel (18).
Verwijder indien nodig de stofzak (21).
Zie het gedeelte ”Monteren en verwijderen
van de stofzak”.
Verwijder het filter (33) uit de filterhouder
(34).
Verwijder de stof van het filter met behulp
van een zachte borstel. Gebruik in geval
van slijtage een nieuw filter.
Plaats het filter (33) in de filterhouder (34).
Monteer indien nodig de stofzak (21).
Zie het gedeelte ”Monteren en verwijderen
van de stofzak”.
Sluit het deksel (18) totdat de
ontgrendelingsknop (17) op zijn plaats klikt.
332829 - Reinigen en vervangen
van het uitlaatfilter (fig. K & L)
Het uitlaatfilter (37) beperkt de hoeveelheid
stof die de motorunit binnendringt tot het
mimimum. Het uitlaatfilter (37) moet regelmatig
worden gereinigd. Het uitlaatfilter (37) moet na
enkele maanden worden vervangen of
wanneer het versleten of beschadigd is.
Vervangende uitlaatfilters zijn verkrijgbaar bij
ons servicestation.
Voorzichtig! Was het uitlaatfilter niet en spoel
het uitlaatfilter niet af.
Druk de lip (35) in en verwijder het deksel
(36).
Verwijder het filter (37) uit de filterhouder
(39).