POWESET6 NL
Copyright © 2017 VARO P a g i n a | 7 www.varo.com
▪ Duw de keuzeschakelaar voor het boren/klopboren in de boorstand “ ” om voor het boren
te kiezen.
7.6 Hulphandgreep (Fig. 5)
De hulphandgreep (7) zorgt voor extra controle, ondersteuning en begeleiding tijdens het
boren.
▪ Schuif de houder van de hulphandgreep over de boorhouder van het toestel.
▪ Draai de hulphandgreep in de gewenste stand en draai hem stevig vast.
7.7 Diepteaanslag (Fig. 6)
De diepteaanslag wordt gebruikt om de maximale boordiepte te beperken.
▪ Draai de hulphandgreep los (7).
▪ Steek de diepteaanslag (8) in het gat in de houder van de hulphandgreep.
▪ Stel de diepteaanslag in op de gewenste diepte.
▪ Draai de hulphandgreep weer stevig vast.
7.8 Correct gebruik van het gereedschap
▪ Plaats uw wijs- en middenvinger op de AAN/UIT-schakelaar (4).
▪ Gebruik de hulphandgreep (7) waar mogelijk om extra controle te verwerven en
vermoeidheid te voorkomen.
▪ Gebruik voor hout spiraalboren, speedboren, slangeboren of een gatenzaag.
▪ Gebruik voor metaal HSS spiraalboren of gatenzagen.
▪ Gebruik voor metselwerk (zoals stenen, betonblokken, cement, enz.) boren met een
carbide punt.
▪ Oefen genoeg druk uit om de boor in het materiaal te laten boren maar duw niet te hard
waardoor de motor stil kan komen te staan of de boor beschadigd kan raken.
▪ Oefen deze druk altijd uit in dezelfde rechte lijn als de boor.
▪ Hou de boormachine stevig vast om de neiging tot draaien van de boormachine zelf onder
controle te houden.
Waarschuwing: wanneer de boor vastloopt, laat dan onmiddellijk de trekker
los, haal de boor uit het werkstuk en zoek de oorzaak van het vastlopen.
Probeer niet herhaaldelijk op de schakelaar te duwen omdat dit de motor
kan beschadigen.
▪ Verminder de druk op de boormachine en laat de boor zachtjes door het laatste stuk van
het gat boren om de kans op vastlopen of door het materiaal breken te beperken.
▪ Laat de motor draaien terwijl u de boor terug uit het boorgat trekt. Dit voorkomt het
vastklemmen van de boor.
8 ONDERHOUD
▪ Voer geen regeling uit, terwijl de boormachine werkt.
▪ Verwijder alle stof met een penseel of droge lap.
▪ Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zij kunnen de kunststof behuizing
beschadigen.
9 TECHNISCHE GEGEVENS