15
Instellen van het display
Instellen van de helderheid
U kunt de helderheid van het beeldscherm instellen.
Druk op de WIDE toets en selecteer de instelfunctie voor de helderheid
(BRIGHT) van het Display instelmenu.
Stel de helderheid in.
Opmerking:
• De dichtheid van de door het display weergegeven zwarte partijen kan worden ingesteld
tussen “–24” en “+24”.
• De ingestelde waarden worden apart opgeslagen voor AV, VTR en RGB video. De ingestelde
waarden voor een component (AV) die is aangesloten op de AV-BUS ingangsaansluiting
zullen ook apart worden opgeslagen. De ingestelde waarden worden opgeslagen voor
respectievelijk overdag (wanneer de lichten van het voertuig uit zijn) of voor ’s nachts
(wanneer de lichten aan staan).
Instellen van de kleurweergave
U kunt de kleurweergave van het beeldscherm instellen.
Druk op de WIDE toets en selecteer de instelfunctie voor de kleur
(COLOR) van het Display instelmenu.
Stel de kleurweergave in.
Opmerking:
• De ingestelde waarde zal worden aangegeven tussen “–24” en “+24” terwijl de kleurweergave
wisselt van licht naar donker.
• De ingestelde waarden worden apart opgeslagen voor AV, VTR en RGB video. De ingestelde
waarden voor een component (AV) die is aangesloten op de AV-BUS ingangsaansluiting
zullen ook apart worden opgeslagen. De ingestelde waarden worden opgeslagen voor
respectievelijk overdag (wanneer de lichten van het voertuig uit zijn) of voor ’s nachts
(wanneer de lichten aan staan).
2
1
2
1