11
Installeren
Opmerking:
• Voor u het apparaat definitief installeert, is het
raadzaam eerst alle aansluitingen tijdelijk te
maken om te controleren of alles naar behoren
functioneert, zodat u later niet voor verrassingen
komt te staan.
• Gebruik voor het installeren uitsluitend de bij het
apparaat geleverde onderdelen. Toepassing van
andere dan de goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storing in de werking van het apparaat.
• Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als het voor
het installeren van het apparaat nodig blijkt gaten
te boren, of andere wijzigingen aan te brengen aan
de auto.
• Installeer het apparaat op een plaats waar het de
bestuurder niet in de weg kan zitten en waar het
ook bij een noodstop e.d. geen gevaar voor de
inzittenden kan opleveren.
• Monteer het display niet op plaatsen waar het dis-
play (i) het zicht van de bestuurder kan hinderen,
(ii) de prestaties van het bedieningssysteem of
veiligheidsmaatregelen van de auto, zoals de
airbags of knipperlichten, kan belemmeren of (iii)
de bestuurder kan hinderen bij het veilig bedienen
van het voertuig.
• De halfgeleider-laser in het apparaat is gevoelig
voor beschadiging door oververhitting, dus
installeer het apparaat niet te dicht in de buurt van
de autoverwarming of de warme luchtsroom
daarvan.
• Als u het apparaat onder een al te steile hoek
installeert, d.w.z. meer dan 30° uit het horizontale
vlak, zal het niet naar behoren kunnen werken.
(Afb. 11)
Afb. 11
• Let erop dat de snoeren niet het gedeelte
bedekken dat is aangegeven in de onderstaande
afbeelding. Dit om te voorkomen dat de ventilatie
van de versterker wordt belemmerd. (Afb. 12)
Afb. 12
• Bij het monteren van de verborgen eenheid moet
u erop letten dat geen van de draden klem komt te
zitten tussen de verborgen eenheid en het metaal
van het koetswerk of de andere onderdelen
eromheen.
• Monteer de verborgen eenheid niet in de buurt
van de verwarming, waar deze last zou kunnen
ondervinden van de hitte, of bij een portier, waar
er regenwater op zou kunnen spetteren.
• Als de verborgen eenheid in het passagierscom-
partiment wordt gemonteerd, dient u hem goed
vast te zetten zodat hij niet los komt wanneer de
auto beweegt en zo letsel of ongelukken veroorza-
akt.
• Als de verborgen eenheid wordt gemonteerd
onder een voorstoel, mag hij de beweging van die
stoel niet belemmeren. Leid alle snoeren en
kabels voorzichtig langs het schuifmechanisme
zodat ze niet daarin bekneld raken en kortsluiting
veroorzaken.
Bevestigen van de
afstandsbediening
Wanneer u de afstandsbediening niet
gebruikt, kunt u deze met klittenband
vastzetten zodat hij niet los rond kan
slingeren.
• Maak het oppervlak goed schoon
voor u het klittenband erop
plakt.
Afb. 13