3 Sluit de netadapter (21) aan op de 9 V DC —<±aansluiting (20) van de
babyeenheid en steek de stekker in het stopcontact.
4 Selecteer toonkiezen of pulskiezen met de TONE/PULSE-keuzeschakelaar.
Zet deze schakelaar altijd op toonkiezen, tenzij uw telefoonmaatschappij
alleen pulskiezen ondersteunt.Vraag uw telefoonmaatschappij om informatie
als u twijfelt.
5 Druk op de POWER-knop (7).
> Het display (9) licht op en het voedingslampje (8) gaat groen branden.
> Na een paar seconden begint ‘M1’ op het display te knipperen. De
babyeenheid staat nu in ‘snelle installatie’-modus en u wordt gevraagd om:
– een contacttelefoonnummer (M1). Dit nummer wordt gebeld als de
babyeenheid geluid waarneemt.
– een 4-cijferige pincode (PIN). De pincode moet worden ingetoetst als
de babyeenheid gebeld wordt.
– een ‘reactietijd’ ( ). Dit is de tijdsduur die verstrijkt voordat de
babyeenheid het contactnummer belt als geluid wordt waargenomen.
De standaardinstelling is 10 seconden.
6 Voer het contactnummer, de pincode en de ‘reactietijd’ in met behulp van
de cijfertoetsen op het toetsenpaneel (5) en bevestig elke invoer met de
OK-knop op het toetsenpaneel (5).
> De babyeenheid is nu klaar voor gebruik met inbelverbinding en keert
terug naar de gewone babyfoonmodus.
Opmerkingen:
– Als uw telefoonkabel niet op de babyfoon past, kunt u een conversieplug
kopen bij uw telefoonleverancier.
– Met de knop C (Clear,Wissen) op het toetsenpaneel (5) kunt u altijd het
laatst ingevoerde teken verwijderen.
– Als u de standaard ‘reactietijd’ ( ) niet wilt wijzigen, drukt u alleen op de
OK-knop op het toetsenpaneel (5).
– Als 5 seconden lang geen enkele knop wordt ingedrukt, schakelt de
babyeenheid om naar de gewone babyfoonmodus.
– Om de installatie ongedaan te maken, houdt u de RESET-knop (13) langer
dan 5 seconden ingedrukt.
– Lees ‘Geavanceerde instellingen’ voor meer gedetailleerde informatie over het
programmeren en resetten van de babyeenheid.
NEDERLANDS 9