Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar
de instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de
naaimachine als deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE
SCHOK:
• Naaimachines mogen nooit onbewaakt blijven wanneer de stekker in het stopcontact zit. Haal
de stekker van deze naaimachine altijd meteen uit het stopcontact na het gebruik en voordat
u de machine gaat reinigen, afdekpanelen ervan verwijdert, het lampje vervangt, voordat
u de machine smeert of wanneer u andere onderhoudswerkzaamheden uitvoert die in de
gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN BRAND-
WONDEN, BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL:
• Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen)
met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring
en kennis, als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben
gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Let goed op dat kinderen niet met de naaimachine spelen.
• Gebruik de naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals
beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn
aanbevolen, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de
naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water
heeft gelegen. Breng de naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of
een onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling.
• Gebruik de naaimachine nooit wanneer de ventilatie-openingen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatie-openingen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
losse lapjes stof.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naaimachinenaald.
• Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald
breken.
• Gebruik geen gebogen naalden.
• Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen,
waardoor deze kan breken.
• Draag een veiligheidsbril.
• Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald,
zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.