Als u een opname maakt terwijl u door de zoeker kijkt en de
scherpstelfunctie is ingesteld op Macro en Supermacro, wijkt het
beeld van de uiteindelijke opname af van het beeld in de zoeker.
Controleer het beeld op de LCD-monitor.
Handmatig scherpstellen
Wanneer de functie is ingesteld op , wordt het midden van het
beeld op volledige schermgrootte weergegeven op de LCD-
monitor. Gebruik de vierwegbesturing om de scherpstelling aan te
passen. Controleer tegelijkertijd de indicator op de monitor.
Voor scherpstelling veraf
Voor scherpstelling dichterbij
Nadat de scherpstelling is ingesteld, drukt u op een knop,
uitgezonderd de knoppen (
̆̄) op de vierwegbesturing, of haalt u uw
vinger van de knoppen (
̆̄) op de vierwegbesturing. Twee seconden
later wordt de normale weergave hersteld.
• Het midden van het beeld wordt niet vergroot wanneer de digitale
zoom is ingeschakeld.
De scherpstelfunctie opslaan
☞
blz. 74
Het scherpstelpunt wijzigen
In de autofocusfunctie kunt u het scherpstelpunt wijzigen door het
autofocusgebied te verplaatsen.
z
In de scherpstelgebied-functie drukt u op een van de
knoppen van de vierwegbesturing (
̆̄̇̈) om het
autofocusgebied te verplaatsen.
x
Druk de ontspanknop in.
Als u de oorspronkelijke positie van het autofocusgebied wilt
herstellen, drukt u nogmaals op de knop .