N.B.: Als de audiounit wordt uitgeschakeld,
wordt een telefoongesprek verbroken.
Wanneer de contactsleutel in de stand '0'
wordt gezet, blijft de telefoonverbinding
behouden.
BEDIENINGSELEMENTEN
TELEFOON
Afstandsbediening
Voice en mode toets
Voice toets1
Mode toets2
Oproepen kunnen worden beantwoord
door eenmaal op de toets MODE te
drukken. Druk de toets opnieuw in om de
oproep te beëindigen.
GEBRUIK MAKEN VAN DE
TELEFOON - AUTO'S ZONDER
NAVIGATIESYSTEEM
In dit hoofdstuk worden de
telefoonfuncties van de audio-unit
beschreven.
N.B.: Raadpleeg de handleiding van de
audio-unit voor meer informatie over de
bedieningsorganen.
Er moet een actieve telefoon aanwezig zijn.
Zelfs wanneer uw telefoon op de
audio-unit is aangesloten, kan de telefoon
op de gebruikelijke wijze worden gebruikt.
N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten
door op de CD, AM/FM of AUX toets te
drukken.
Bellen
Een nummer kiezen m.b.v.
spraakbesturing
Telefoonnummers kunnen m.b.v.
spraakbesturing worden gekozen. Zie
Commando’s telefoon (bladzijde 232).
Een nummer kiezen m.b.v. het
adresboek
U kunt via Bluetooth toegang krijgen tot
uw adresboek. De namen en nummers
verschijnen op het display van het
apparaat.
1. Druk op de toets PHONE of de toets
'beantwoorden'.
2. Druk op de MENU toets.
3. Houd de MENU toets ingedrukt tot
PHONEBOOK verschijnt.
4. Druk op de zoektoetsen om het
gewenste telefoonnummer te
selecteren.
N.B.: Houd de zoektoets ingedrukt om naar
de volgende letter van het alfabet te gaan.
5. Druk op de toets PHONE of de toets
'beantwoorden' om het geselecteerde
telefoonnummer te bellen.
215
Telefoon