7.8 Afstelling van de drukschakelaar (fig. 1)
De drukschakelaar (2) is in de fabriek afgesteld.
Inschakeldruk ca. 6 bar
Uitschakeldruk ca. 8 bar
7.9 Beveiliging tegen overbelasting (fig. 3)
De motor van dit toestel is beveiligd tegen
overbelasting d.m.v. een
overbelastingsschakelaar (G). Als de nominale
stroom wordt overschreden schakelt de
overbelastingsschakelaar (G) het toestel uit. Na
een korte afkoelpauze kan het toestel
heringeschakeld worden door op de
overbelastingsschakelaar (G) te drukken.
8. Vervangen van de
netaansluitkabel
Als de netaansluitkabel van dit toestel wordt
beschadigd, dient deze door de fabrikant of
door de dienst na verkoop of een
overeenkomstig gekwalificeerde persoon te
worden vervangen om te voorkomen dat
iemand in gevaar wordt gebracht.
9. Reiniging, onderhoud,
opbergen, bestellen van
wisselstukken en transport
Let op!
Verwijder vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden de netstekker
uit het stopcontact!
Lichamelijk gevaar door elektrische
schokken!
Let op!
Wacht tot het toestel helemaal is
afgekoeld! Gevaar voor brandwonden!
Let op!
Vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden dient het
toestel drukloos te worden gemaakt (zie
9.7.1)! Lichamelijk gevaar!
9.1 Reiniging
■ Hou het toestel zo veel mogelijk vrij van stof
en vuil. Wrijf het toestel met een schone
doek af of blaas het met perslucht bij lage
druk schoon.
■ Het is aan te bevelen het toestel
onmiddellijk na elk gebruik schoon te
maken.
■ Maak het toestel regelmatig met een
vochtige doek en wat zachte zeep schoon.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen;
die zouden de kunststofdelen van het
toestel kunnen aantasten. Zorg ervoor dat
geen water binnen in het toestel terecht kan
komen.
■ Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt van de compressor
worden gescheiden. De compressor mag
niet met water, oplosmiddelen of iets
dergelijks schoon worden gemaakt.
9.2 Onderhoud van het drukvat (fig. 1)
Let op! Voor een duurzame bestendigheid van
het drukvat (7) dient het condensatiewater na
elk gebruik te worden afgelaten door de
aftapschroef (9) open te draaien. Laat eerst de
keteldruk af (zie 9.7.1). De aflaatschroef draait
u tegen de richting van de wijzers van de klok in
open (u kijkt vanaf de onderkant van de
compressor naar de schroef) zodat het
condensatiewater helemaal uit het drukvat kan
weglopen. Draai daarna de aflaatschroef terug
dicht (met de wijzers van de klok mee).
Controleer het drukvat voor elk gebruik op roest
en beschadigingen. De compressor mag niet
met een defect of roestig drukvat in werking
worden gesteld. Indien u beschadigingen
vaststelt, gelieve zich tot de klantendienst-
werkplaats te wenden.
Let op!
Het condenswater uit het drukvat bevat
olieresten. Ontdoet u zich van het
condenswater op een milieuvriendelijke
manier en deponeer het op een
overeenkomstige inzamelplaats.
26
NL