50
5.2. Vaak voorkomende fouten
Let op: Vergelijkbare bloeddrukmetingen vereisen altijd dezelfde condities! Deze vormen doorgaans rustige
condities.
• Alle inspanningen van patiënten om hun arm te ondersteunen kan de bloeddruk doen stijgen. Zorg ervoor
dat u zich in een comfortabele, ontspannen positie bevindt en u geen spieren in de meetarm activeert
tijdens metingen. Gebruik indien nodig een kussen als steun.
• Indien de armader aanzienlijk lager of hoger dan het hart ligt, wordt een verkeerd meetresultaat bereikt.
Elke 15cm hoogteverschil resulteert in een meetfout van 10 mmHg!
• Manchetten die te smal of te kort zijn geven verkeerde meetwaarden. De selectie van de juiste manchet is
van het grootste belang. De manchetmaat hangt af van de armomtrek (gemeten in het midden). Het toegelaten
bereik staat afgedrukt op de manchet. Indien dit niet kan worden gebruikt, dient u uw dealer te raadplegen.
Let op: Gebruik enkel klinisch goedgekeurde Microlife-manchetten!
• Een losse manchet of een zijdelings uitpuilende luchtzak resulteert in foutieve meetwaarden.
5.3. De manchet passen
a) Schuif de manchet over de linkerbovenarm, zodat de slangpunt naar
de onderarm wijst.
b) Plaats de manchet op de arm zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de onder-
kant van de manchet ongeveer 2 tot 3 cm boven de elleboog ligt en dat
de rubberen slang de manchet langs de binnenkant van de arm verlaat.
c) Span het vrije uiteinde van de manchet aan en sluit de manchet door
de klittenband vast te maken.
d) De manchet dient de bovenarm te ontsluiten op een manier zodat 2 vin-
gers tussen de manchet en uw bovenarm passen. Kledingsstukken die
de arm belemmeren (b.v. een pullover) dienen te worden uitgetrokken.
e) Maak de manchet vast met klittenband op een manier dat deze
comfortabel en niet te vast zit. Plaats uw arm op de tafel (handpalm
naar boven toe gericht) zodat de manchet zich ter hoogte van het hart
bevindt. Zorg ervoor dat de slang niet wordt geblokkeerd.
Opmerking:
Indien het niet mogelijk is om de manchet op uw linkerarm te laten
aansluiten, kan deze eveneens rechts worden geplaatst. Alle
metingen dienen echter aan dezelfde arm te gebeuren
5.4. Selectie van de meetmodus
Klinische studies hebben uitgewezen dat meerdere bloeddrukmetingen en de berekening van een «gemiddelde»
meer kans bieden op de bepaling van de juiste bloeddruk. Met de microlife Modus voor Gemiddelden kunt u het
toestel naar een speciale Modus voor Gemiddelden schakelen (MAM) die automatisch meerdere metingen
uitvoert!
2–3 cm
slangen