11
RIJGEDRAG
De optimalisatie van de rijeigenschap-
pen van de elektrische rolstoel in het
kader van de persoonlijke situatie
moet met uw dealer of therapeut
worden afgestemd.
De aanpassingsmogelijkheden bieden
u een uitstekend rijcomfort evenals
een hoge mate van veiligheid.
De snelheid en rijrichting kiest u zelf
tijdens de rit door het bewegen van
de joystick (rij en stuurhendel), het-
zelfde geldt voor de ingestelde maxi-
male eindsnelheid van uw elektrische
rolstoel.
Functietest
De elektrische rolstoel dient voor ie-
dere rit op goede werking en veilig-
heid gecontroleerd te worden.
☞ Hiertoe in de bedieningshandlei-
ding van de < bedieningsmodule >
het hoofdstuk < Controles voor het
rijden > in acht nemen.
REMMEN
Bedrijfsrem
De motoren werken elektrisch als be-
drijfsrem en remmen de elektrische
rolstoel zacht en zonder stoten tot de
stilstand.
Afremmen van de elektrische rol-
stoel
Voor een gedoseerd afremmen van de
elektrische rolstoel de joystick lang-
zaam terugzetten naar de uitgangs-
positie (nulstand).
☞ De elektrische rolstoel stopt met
een zo kort mogelijk remweg na
het loslaten van de joystick.
Parkeerrem
De parkeerremmen werken alleen
wanneer de omschakelhendel in de
rijstand staat. Ze ontgrendelen au-
tomatisch wanneer u gaat rijden. Ze
worden handmatig ontgrendeld wan-
neer de omschakelhendel in de vrij-
loop gezet wordt.
☞ Daarvoor hoofdstuk < Rijden/du-
wen > in acht.