38
Schoonmaken en onderhoud
Als het apparaat niet schoongehouden wordt kan dat het oppervlak van
het apparaat aantasten; dit bekort de levensduur en kan leiden tot
gevaarlijke situaties. Reinig de magnetron daarom regelmatig en verwijder
alle etensresten.
• Schakel de magnetron uit en trek voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact.
• Houd de binnenkant van de oven schoon. Neem spatten of gemorste
vloeistoffen die op de wand van de oven plakken weg met een vochtig
doekje. Gebruik eventueel bij sterke verontreiniging een zacht
schoonmaakmiddel. Gebruik geen sprays of andere scherpe
schoonmaakmiddelen want deze kunnen het oppervlak van de deur
aantasten, er krassen in maken of dof maken.
• Het buitenoppervlak moet gereinigd worden met een vochtig doekje.
Om beschadigingen van de werkende delen in de oven te voorkomen
moet voorkomen worden dat er water in de ventilatieopeningen komt.
• Reinig delen van de deur, van het kijkvenster en van de afdichting en
het sluitmechanisme voorzichtig met een zachte zeepoplossing. Let
daarbij goed op beschadigingen van deze delen.
• Het bedieningspaneel mag niet nat worden. Reinig het met een zacht
vochtig doekje. Laat de deur van de oven open terwijl u het
bedieningspaneel reinigt zodat de magnetron niet per ongeluk wordt
ingeschakeld.
• Neem eventueel op de binnen- of buitenkant gevormde condens af
met een zacht doekje.
• Als de magnetron werkt bij een hoog vochtgehalte kan er stoom
gevormd worden; dit is normaal.
• Het glazen draaiplateau moet zonodig uitgenomen worden om het te
reinigen. Spoel het plateau af in warm water met een zachte
zeepoplossing of in de vaatwasmachine.
• Droog het plateau daarna goed af met een zacht doekje. Als u het
draaiplateau om het te reinigen uit de onderste opening hebt
genomen, zet het dan daarna op de juiste wijze terug.
• De draairing en de bodem van de oven moeten regelmatig gereinigd
worden omdat ze anders lawaai gaan maken.