8
ENERGIE-ETIKETTERING/ECOLOGISCH ONTWERP
• Gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 van de commissie (houdende aanvulling van
Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad).
• Verordening (EU) Nr. 66/2014 van de commissie (tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG
van het Europees Parlement en de Raad).
Verwijzing naar de meet- en berekeningsmethoden die gebruikt zijn om de overeenstemming
met bovenstaande eisen vast te stellen:
• Norm EN 60350-1 (Elektrische ovens).
• Norm EN 60350-2 (kookplaten: elektrische kookzones en/of -gebieden).
GEBRUIK VAN HET APPARAAT, ENERGIEBESPARING TIPS
OVEN
• Controleer dat de deur van de oven steeds goed sluit en dat de pakking van de deur
schoon is en goed werkt. Open de deur van de oven tijdens gebruik alleen wanneer
dat strikt noodzakelijk is. Zo voorkomt u warmteverlies (voor sommige functies
kan het nodig zijn de oven te gebruiken met de deur half gesloten, raadpleeg de
gebruiksinstructies van de oven).
• Zet de oven 5-10 minuten voor het einde van de theoretische bereidingstijd uit, om de
opgeslagen hitte te recupereren.
• We raden aan dat u geschikte ovenschotels gebruikt en de oventemperatuur indien
nodig aanpast tijdens de bereiding.
KOOKPLATEN
ELEKTRISCHE KOOKZONES EN/OF -GEBIEDEN
• Zorg dat u geen zone/gebied aan laat staan zonder dat er iets op staat (zonder
kookpot).
• Giet geen vloeistoffen op zones/gebieden die heet zijn.
• Gebruik alleen kookpotten en pannen met een platte bodem (geschikt voor een
elektrisch kookfornuis).
• Gebruik kookpotten die het oppervlak van de kookzone/het kookgebied zo veel
mogelijk bedekken.
• Gebruik indien mogelijk een deksel, om elektriciteit te besparen.
• Wanneer de vloeistof in de pan kookt, zet u de temperatuur lager naar de gewenste
stand. Denk eraan dat de kookzone/het kookgebied nog ongeveer vijf minuten warmte
blijft produceren nadat het is uitgeschakeld.