15
en op elektrische veiligheid.
Houd de machine in perfecte staat. Een machine, waarvan de motor schakelaar
niet kan worden aan- en uitgeschakeld niet gebruiken. Defecte
schakelaars moeten worden vervangen bij een werkplaats.
Maak er een gewoonte van om te controleren of alle gereedschappen zoals
sleutels en moersleutels zijn verwijderd voordat u de machine gaat starten. Een
tang of een inbussleutel achtergebleven bij een draaiend deel kan leiden tot
letsel. Blijf alert en let op wat je doet. Gebruik je gezond verstand bij het
bedienen van de machine.
Overschat u zelf niet.
Voorkom per ongeluk inschakelen. Zorg ervoor dat de motorschakelaar op
"OFF/ UIT” = staat en de benzinekraan dicht staat voordat u de machine vervoert,
onderhoud, of voor het uitvoeren van een dienst. Het vervoeren of onderhoud
van de machine terwijl de motor schakelaar op “on” staat kan erg gevaarlijk zijn.
Veiligheid bij het gebruik van verbrandingsmotoren
Verbrandingsmotoren veroorzaken tijdens het gebruik en het tanken
speciale risico's. lees daarom altijd de waarschuwingen en de aanvullende
veiligheidsinstructies later in deze handleiding aangegeven. Doet u dit niet
kan leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel.
De motor niet binnenshuis laten draaien of in garages of afgesloten ruimten.
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide. Verblijf in een koolmonoxide
bevattende omgeving kan leiden tot bewusteloosheid en de dood.
Wees voorzichtig met hete motoronderdelen! Draaiende motoren produceren
hitte. Motoronderdelen, vooral de uitlaat, worden uiterst heet. Houd voldoende
afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende
motor. Gebruik bij het vullen of aftappen van de brandstof een container die
geschikt is voor benzine maar vooral schoon is en zorg daarnaast voor een goed
geventileerde ruimte. Roken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen
zijn niet toegestaan in de buurt en bij het vullen van brandstof. Het vullen van de
brandstoftank in een afgesloten ruimte is niet toegestaan. Houd geaarde
geleidende voorwerpen zoals gereedschappen, kale, levende draden en
aansluitingen van elektriciteit verwijdert van elkaar en de motor om vonken te
vermijden. Deze kunnen ook gassen of dampen veroorzaken. Voordat u de
brandstof bijvult altijd de motor uitschakelen en de motor laten afkoelen.
Verwijder nooit de tankdop en vul nooit brandstof bij als de motor loopt of nog
heet is. Bij lekkende brandstofleidingen, moet de machine niet in werking worden
gesteld.