RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers)
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het niveau in
het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf “Niveaus controleren” in
dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet verstopt zijn.
Deze kunnen zonodig met een speld worden doorgeprikt.
De ruitensproeiers van de voorruit zijn vloeistofdynamisch en hoeven
daarom niet te worden afgesteld; de ruitensproeiervloeistof wordt
verstoven zodat een vooraf vastgesteld deel van de voorruit wordt
bereikt.
Achterruit (achterruitsproeier)
Ook de ruitensproeier van de achterruit is vloeistofdynamisch en
hoeft daarom niet te worden afgesteld; de ruitensproeiervloeistof
wordt verstoven zodat een vooraf vastgesteld deel van de achterruit
wordt bereikt.
De achterruitsproeier bevindt zich aan de bovenkant van de achter-
klep.
305
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
L0D0219m
L0D0220m