21
REINIGING
OPGELET:
Voor het uitvoeren van eender welke
reinigingshandeling dient u het toestel los te
koppelen van het voedingsnet gas of
elektriciteit.
2) WERKVLAK
Indien u het oppervlak van het werkvlak glanzend wilt
houden is het heel belangrijk het na ieder gebruik
met een lauw sopje te wassen, het af te spoelen en
af te drogen. Op dezelfde manier moeten ook de
geëmailleerde roosters, de geëmailleerde kapjes “C”
en de branderkoppen “T” (zie afb. 6) gewassen
worden.
Het reinigen dient te gebeuren wanneer het werkvlak
en de onderdelen niet warm zijn en u moet geen
metalen sponsjes, schuurpoeder of bijtende sprays
gebruiken. Laat niet toe dat azijn, koffie, melk, zout
water en citroen- of tomatensap lange tijd in contact
blijven met de oppervlakken.
AANWIJZINGEN:
Gelieve zich bij het opnieuw monteren van de
onderdelen te houden aan de onderstaande
aanbevelingen:
- Controleer of de inkepingen van de
branderkoppen “T” (afb. 6) niet verstopt zijn
door vreemde voorwerpen.
- Vergewis u ervan dat het geëmailleerde kapje
“C” (afb. 6) juist op de branderkop geplaatst
is. Aan deze voorwaarde is voldaan wanneer
het kapje volledig stabiel op de branderkop
rust.
- De juiste plaats van het rooster wordt bepaald
door de afgeronde hoeken die tegen de
zijkanten van de kookplaat moeten worden
geplaatst.
- Wanneer de bediening voor het sluiten en
openen van een kraan moeilijk gaat, forceer
dan niets, maar vraag dringend de
tussenkomst van de technische assistentie.
- Na het gebruik moet elke kookplaat, voor een
goede conservering, behandeld worden met
hiervoor bestemde producten voor elektrische
kookplaten die verkrijgbaar zijn in de handel,
zodat het oppervlak proper en glanzend is.
Deze noodzakelijke handeling voorkomt
eventuele corrosie (roest).
AFB. 6