14
Plaats het serviesgoed zo dat er geen water achterblijft in de holten en dat de sproeiarmen
ongehinderd kunnen draaien. Gebruik uitsluitend serviesgoed dat geschikt is voor afwasmachines.
Was in het apparaat geen voorwerpen af van hout, aluminium, blik, zilveren bestek of gedecoreerd
(ongeglazuurd) serviesgoed. Het servies (borden, kommen, pannen) moet op de juiste manier in de
rekken worden geplaatst om het water te laten weglopen!
Inschakelen van het apparaat: Druk op een willekeurige toets (behalve de toets
ANNULEREN/UIT) om het bedieningspaneel in te schakelen en de programmering te starten.
ONDERSTE REK
In het onderste rek kunnen borden en potten
geplaatst worden. Verticale bordenhouders (E)
kunnen omlaag geklapt worden om meer ruimte te
maken om pannen te kunnen plaatsen.
Als “Halve lading/Multizone” is gekozen kan de
bestekmand - F (alleen bij sommige modellen) in
het onderste rek geplaatst worden.
DYNAMIC CLEAN GEBRUIKEN
Dynamic Clean maakt gebruik van de speciale
waterstralen die in de achterwand van de
afwasmachine zitten om erg vuil serviesgoed
intensief te reinigen.
1. Stel het Dynamic Clean-gebied (G) in door de
achterste bordenhouders omlaag te klappen
zodat er ruimte vrijkomt voor pannen.
2. Plaats de pannen en schalen verticaal in het
Dynamic Clean-gebied. De pannen moeten
naar de waterstralen gericht zijn.