1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Activeer de klankkleurregelingsfunctie
Houd de [AUD] toets tenminste 1 seconde ingedrukt.
3 Kies de in te stellen functie.
Druk op de [FM] of [AM] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, veranderen de functies
die kunnen worden ingesteld in onderstaande volgorde.
4 Stel de functie in
Druk op de [4] of [¢] toets.
Functie Display Bereik
Niveau van de lage tonen "BAS" –8 — +8
Niveau van de middentonen "MID" –8 — +8
Niveau van de hoge tonen "TRE" –8 — +8
Balans "BAL" linkerkant 15 —
rechterkant 15
Fader "FAD" achteraan 15 —
vooraan 15
5 Sluit de klankkleurregelingsfunctie af
Druk op de [AUD] toets.
Klankkleurregeling
Pop "POPS"
Jazz "JAZZ"
Easy-listening "EASY"
Aftasten of Neutraal — Easy "SCAN"
• Elke instelling wordt veranderd door de <Luidspreker instelling>
(blz. 64). Kies eerst het type luidspreker met luidspreker instelling.
•Wanneer de System Q instelling wordt veranderd, worden de
System Q waarden vervangen door de met klankkleurregeling
ingestelde lage, midden en hoge tonen.
U kunt voor verschillende soorten van muziek de optimale
geluidsinstellingen programmeren en weer oproepen.
1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Kies het soort van muziek
Druk op de [Q] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, verandert de
geluidsinstelling.
Geluidsinstelling Display
Neutraal "FLAT"
Rock "ROCK"
Top 40 "TOP40"
System Q
Versterken van de lage en hoge tonen bij weergave met een laag
volume.
Houd de [LOUD] toets tenminste 1 seconde ingedrukt.
Elke keer dat de toets tenminste 1 seconde ingedrukt blijft,
wordt de toonversterkingsfunctie aan- of uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, licht de "LOUD" indicator op.
Toonversterking
Dempen van het volume.
Druk op de [ATT] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de
dempingsfunctie aan- of uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, knippert de "ATT" indicator.
Demping
— 63 —