NEDERLANDS 35
Invriezen van verse levensmiddelen
Leg de verse levensmiddelen die ingevroren
moeten worden in het vriesvak. Vermijd rechtstreeks
contact met levensmiddelen die al ingevroren zijn.
Om de hoeveelheid levensmiddelen die
aangegeven staat op het typeplaatje in te vriezen,
legt u de levensmiddelen in de onderste lade en
draait u de thermostaatknop halverwege naar een
lagere stand (bijvoorbeeld van 4 naar 3,5).
Na 24 uur is het invriezen voltooid: zet de
thermostaatknop weer terug op de oorspronkelijke
stand.
Koelvak
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats. De aanwezigheid van
waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van de koelkast geeft aan dat de
automatische ontdooifase bezig is. Het dooiwater
loopt automatisch weg in een afvoergat en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Ventilator (indien beschikbaar)
De ventilator treedt automatisch in werking. De
ventilator zorgt voor een betere verdeling van de
temperatuur in het koelvak, waardoor het voedsel
beter geconserveerd wordt en de te hoge
luchtvochtigheid beperkt wordt. Blokkeer het
gebied van de luchtinlaat niet met levensmiddelen.
De ventilator draait alleen als de motor werkt.
Voorzichtig!De accessoires van de koelkast
mogen niet in de afwasmachine worden
gewassen.
Vriesvak
Dit apparaat is een koelkast met een < sterren
vriesvak. Verpakte diepgevroren levensmiddelen
kunnen bewaard worden tot de op de verpakking
vermelde datum. Verse levensmiddelen kunnen ook
worden ingevroren, voorkom dat deze in aanraking
komen met reeds ingevroren levensmiddelen. De
hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan
worden ingevroren staat aangegeven op het
typeplaatje. Het opnieuw invriezen van gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen wordt afgeraden. Deze
levensmiddelen moeten binnen 24 uur
geconsumeerd worden. Zie de beknopte
handleiding voor meer informatie over het invriezen
van verse levensmiddelen.
Werking van het koelvak en het vriesvak
• Als het koelvak van uw apparaat uitgerust is met
een thermostaatkastje kan de temperatuur van
beide vakken ingesteld worden met de
thermostaatknop, zoals weergegeven in
afbeelding 1. Zet de knop op de stand om het
hele apparaat uit te schakelen.
• Als uw apparaat behalve het interne
thermostaatkastje ook een extern
bedieningspaneel met instellingsknop heeft,
moeten de temperaturen van beide vakken apart
worden ingesteld. De knop van de thermostaat in
het koelvak gebruikt u om alleen de temperatuur
van het koelvak in te stellen (zie afb. 1), terwijl u
het externe paneel gebruikt om de temperatuur
van het vriesvak in te stellen.
Het koelvak en het vriesvak kunnen apart
uitgeschakeld worden door de bijbehorende
knoppen op te zetten.
Opmerking:De omgevingstemperatuur, de
frequentie waarmee de deur wordt geopend en de
plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op
de binnentemperatuur van de koelkast en het
vriesvak. U moet rekening houden met deze factoren
bij het instellen van de thermostaat.
Thermostaatknop
Lichtknop
Instellingsnok stand thermostaat
Lampje (zie instructies in de buurt van het lampje)
Thermostaat op 1/MIN: Laag koelniveau
Thermostaat op 3-5/MED: Gemiddelde koeling
Thermostaat op 7/MAX: Maximale koeling
Thermostaat op : Zowel de koeling als de
verlichting zijn uitgeschakeld.
Om het lampje te verwijderen het naar links
draaien, zoals aangegeven op afbeelding 1.
D
C
B
A
D A C B
Afb. 1
Dagelijks gebruik