NEDERLANDS
24
CONSTRUCTIE
1. Bedrijfsschakelaar
2. Thermostaatschakelaar
3. Kamertemperatuur laagste positie
4. Kamertemperatuur hoogste positie
5. Luchtinlaatopening
6. Luchtuitlaatopening
7. Netkabel met netstekker
8. Draaggreep
9. Hendel hoogteverstelling
10. Standvoetjes
11. Bedrijfs-LED
12. Safeguard-systeemindicator
EERSTE INGEBRUIKNAME
1. Lees voor ingebruikname van het verwarmingstoestel
alle instructies door.
2. Pak het apparaat en de netkabel uit, verwijder het verpak-
kingsmateriaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Plaats het verwarmingstoestel alleen op een vast, sta-
biel oppervlak, zodat het verwarmingstoestel niet kan
omvallen, omlaag kan vallen of kan worden omgestoten.
2. Controleer of het verwarmingstoestel is uitgeschakeld
en of de thermostaatschakelaar op de laagste positie (3) is
ingesteld. Stop de netstekker in de contactdoos. Raak de
netkabel niet met natte handen aan.
3. Controleer of de luchtinlaat- (5) en -uitlaatopeningen (6)
open zijn en of er geen voorwerpen inzitten. De lichtinlaat-
en -uitlaatopeningen moeten altijd open zijn.
4. De voorste standvoet is in hoogte verstelbaar. Draai de
hendel voor de hoogteverstelling (9) tegen de wijzers van
de klok in om de hoogte te verhogen. Draai de hendel met
de wijzers van de klok mee om de hoogte te verlagen.
5. Draai de bedrijfsschakelaar (1) op het gewenste verwar-
mingsniveau:
~~ 1100 Watt
~~~ 1800 Watt
6. Draai de thermostaatschakelaar (2) met de wijzers van
de klok mee naar de hoogste positie (4). Het bedrijfslampje
gaat branden.
7. Als de gewenste kamertemperatuur is bereikt, draait u
de thermostaatschakelaar (2) tegen de wijzers van de klok
in, totdat u een 'klik' hoort. Nu wordt het verwarmings-
toestel uitgeschakeld.
8. Draai nu de thermostaatschakelaar (2) weer een stukje
met de wijzers van de klok mee. Het verwarmingstoestel
zal het verwarmingsbedrijf nu automatisch in- en uitscha-
kelen en de gewenste kamertemperatuur handhaven.
9. Hoe verder u de thermostaatschakelaar met de wijzers
van de klok mee draait, hoe hoger de kamertemperatuur.
10. Voordat u het verwarmingstoestel aanraakt, verplaatst
of reinigt, schakelt u het uit via de bedrijfsschakelaar (1)
en draait u de thermostaatschakelaar (2) op de laagste
positie (3). Trek de netstekker uit de contactdoos en laat
het verwarmingstoestel minimaal 20 minuten afkoelen.
Gebruik voor het transport van het verwarmingstoestel
altijd de draaggreep (8).
Safeguard™-systeem
Dit verwarmingstoestel is voorzien van een Safeguard™-
systeem (12). Het bevindt zich aan de voorkant op de luch-
tuitlaatopening (6). Als het apparaat in bedrijf is, verandert
de Safeguard-indicator van kleur: hij gaat van zwart naar
rood. Zo wordt aangegeven dat het verwarmingstoestel
heet is en niet mag worden aangeraakt, totdat het is uitge-
schakeld en de indicator weer helemaal zwart is.
Oververhittingsbeveiliging voor het verwarmingstoestel
1. Het verwarmingstoestel is voorzien van een oververhit-
tingsbeveiliging die het apparaat automatisch uitschakelt
als de temperatuur in het apparaat de normale bedrijfstem-
peratuur overstijgt. Deze veiligheidsinstallatie geldt alleen
voor het apparaat en heeft geen invloed op de regeling van
de kamertemperatuur.
2. Wanneer de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd,
werkt het toestel niet.
3. Draai de bedrijfsschakelaar op O en de thermostaat-
schakelaar (2) op de laagste positie (3) en trek de netstek-
ker uit de contactdoos.
4. Laat het verwarmingstoestel zolang afkoelen, totdat de
Safeguard-indicator weer helemaal zwart is.
5. Verwijder nu eventueel voorwerpen in of voor de luch-
tinlaat- (5) of -uitlaatopening (6), of reinig de openingen
met een stofzuiger, die de storing of de oververhitting heb-
ben veroorzaakt. Wanneer bovendien binnen in het appa-
raat stofafzettingen te zien zijn, dient u het apparaat door
een servicedienst te laten reinigen.
6. Neem het verwarmingstoestel weer in gebruik zoals
beschreven onder “Gebruiksaanwijzing”.
Aanvullende veiligheidskenmerken
1. Het verwarmingstoestel is voorzien van een back-up
smeltzekering.