Helicopter
Beschrijving modeltype
Met zijn helicopter-programma beschikt de mc-12 over de belangrijkste opties om een moderne modelhelicopter
te kunnen besturen.
Wees bewust van uw verantwoordelijkheid bij de omgang met modelhelicopters!
RC-modelhelicopters zijn ingewikkelde modellen, die wat het vliegen betreft, niet eenvoudig te beheersen zijn en
bij ondeskundig gebruik ongecontrolleerd in elke willekeurige richting kunnen vliegen, zodat ze een
voortdurende bron van gevaar vormen. Beginners wordt daarom geadviseerd, zich aan ervaren modelvliegers,
verenigingen of vliegscholen te wenden. Verder verwijzen wij naar de vakhandel en de bijbehorende
vakliteratuur.
Naast de standaard-instellingen, waarover alle modeltypen beschikken (bladzijde 20…29), worden in dit
onderdeel de specifieke opties voor helicopters stap voor stap uitgelegd:
• Gasvoorkeuze (Idle Up)
• Autorotatie
• Pitch-curven
• Statische draaimoment-compensatie
• Dynamische draaimoment-compensatie
• Tuimelschijfmixer
Basisinstelling van het helicoptermodel
Voordat een instelling met behulp van de electronische mogelijkheden van de zender plaatsvindt, moet het
model mechanisch correct zijn ingesteld. Dat betekent:
•
Alle stuurstangen volgens de handleiding van de desbetreffende helicopter afstellen.
•
Alle stuurhevels op de servo’s dusdanig monteren, dat ze bij middenstelling van alle stuurfuncties en
trimhevels met de bijbehorende stuurstangen een rechte hoek vormen.
•
Bij middenstelling van de stuurknuppel staat de tuimelschijf exact horizontaal, en de hoofd- en
hekrotorbladen hebben de instelhoek, zoals die in de handleiding van de helicopter is voorgeschreven.
• De afmeting van de stuurhevel bij de gasservo werd zo gekozen en de stuurstang naar de carburateur
dusdanig afgesteld, dat de carburateur tussen stationair en volgas met de stuurknuppel kan worden afgesteld,
en de motor bij stationairstand van de gasknuppel met behulp van de trimhevel uitgezet kan worden. De servo-
uitslag mag daarbij niet door de mechanische eindposities van de motordrossel worden geblokkeerd.
Programmering van een helicopter, modeltype “HE”
De instelling van de zender naar helicoptergebruik vindt plaats inde Systeem-rotatie, zie bladzijde 17…19. In het
bijzonder wijzen we hier nogmaals op de stuurtoewijzing, die de stuurfuncties rollen, nicken, hekrotor en gas /
pitch aan de beide stuurknuppels toewijst en op de drossel-stuurrichting, waarbij u vastlegt, of de gas- / pitch-
minimum-positie zich bij de bovenste of onderste positie van de stuurknuppel bevindt.
Deze basis-instellingen hangen niet zozeer van het model, als wel van de stuurgewoonten van de piloot af.
De model-afhankelijke instelling van de parameters vindt plaats in de Instel-rotatie, die geactiveerd wordt
vanuit de basisinstelling van de zender na het inschakelen resp. verlaten van de Systeem-rotatie door indrukken
van de toets ENTER, zie bladzijde 20.
De programmering van een helicopter moet in de hieronder beschreven volgorde worden uitgevoerd, die afwijkt
van de uit technisch oogpunt vastgelegde code-volgorde:
menu code bladzijde
tuimelschijftype “SWA” 68
servouitslag-omkeer “REV NORM” 24
servouitslag-middenverstelling “SB-TRIM” 24
servouitslag-instelling “TRV ADJ.” 25
gasvoorkeuze “GL1/0” 70
autorotatie “ATR” 71
pitch-curve “PH” 72
statische draaimoment-comp. “STA” 74
dynamische draaimoment-comp. “DYN” 74
Dual-Rate “D/R” 21
Exponential “EXP” 21
Expo / Dual-Rate 22
trimoffset-geheugen “EXP OFFSET” 22