25
NL
2. Veiligheidsaanwijzingen
De waterverdeler mag max. 1,5 m dieper wor-
den geplaatst dan de hoogst aangesloten ver-
bruiker.
De minimum waterdruk voor een veilige schak-
elfunctie tijdens het sproeien bedraagt 1 bar.
Bij te veel aansluitapparaten op één leiding kan
het voorkomen dat de stroomdruk onder 1 bar
valt, waardoor de waterverdeler niet meer door-
schakelt. Om de stroomdruk te verhogen raden
wij aan de ingangszijde het GARDENA kraan-
stuk art. 2801 / 2817 met ³⁄₄
"
-slangen aan.
Door het schakelen van de waterverdeler kun-
nen tijdens het doorschakelen druppels aan de
uitgangen worden gevormd.
Let op: na het sproeien loopt het hoger gele-
gen aansluitapparaat leeg via het lager gelegen
apparaat.
Bij zandhoudend water moet een voorfilter
worden gebruikt. De waterverdeler niet aan
hydrofoorpompen aansluiten, daar deze aan
te grote drukschommelingen onderhevig zijn.
Alleen met origineel GARDENA toebehoren
wordt een goed functioneren gegarandeerd.
De uitgangen kunnen uitsluitend één voor één
worden geschakeld.
Voor een veilig schakelen van de waterverdeler
bedraagt de minimum hoeveelheid water 20 l/h.
Voorbeeld: voor de besturing van het micro-drip
systeem zijn min. 10 stuks 2-liter-druppelaars
nodig.
Het micro-drip-basisapparaat mag niet aan de
ingangszijde van de waterverdeler worden ge-
ïnstalleerd.
Gevaar!
Tijdens de montage zouden kleine onderdelen
ingeslikt kunnen worden en er bestaat gevaar
voor verstikking door de zak van polyethyleen.
Houd kleine kinderen tijdens de montage op
een afstand.
3. Montage
De waterverdeler kan m.b.v. de bevestigingsplaat 1 op de vloer
of aan de muur (ingang boven) worden gemonteerd.
1. Boorgaten met behulp van de bevestigingsplaat 1 markeren
en de 4 gaten boren.
2. Bevestigingsplaat met 4 schroeven 2 (niet in de leveromvang)
vastschroeven.
Waterverdeler vergrendelen:
v Waterverdeler van boven op de bevestigingsplaat 1 schuiven
tot deze vastklikt.
Waterverdeler ontgrendelen:
v Ontgrendelknop z
R indrukken en waterverdeler naar boven
wegtrekken.
4. Ingebruikname
Waterverdeler aansluiten:
Ingangszijde:
1. Rubberpakking 4 van het kraanstuk 3 verwijderen en door
de vuilzeef 5 vervangen.
2. Kraanstuk 3 op de aansluiting van de ingangszijde 6 schroe-
ven en m.b.v. en slang met de besproeiingscomputer of water-
kraan verbinden.
Bevestigingsplaat monteren:
z
R
2
1
543
6