29
Automatische functies
nl
Geschikte pannen
Kies de kookzone die qua diameter het meest geschikt
is voor de bodem van de pan en plaats de pan in het
midden van de kookzone.
Gebruik voor de kookfuncties vormen die zo hoog zijn
dat de benodigde hoeveelheid water boven de
siliconenpatch van de draadloze kooksensor uitkomt.
Er zijn pannen die optimaal geschikt zijn voor de
braadsensor-functie. Deze kunt u achteraf aanschaffen
in de vakhandel of via onze technische servicedienst of
officiële website. Geef steeds het corresponderende
referentienummer op.
▯ GP900001 kleine pan (15 cm diameter)
▯ GP900002 gemiddelde pan (18 cm diameter)
▯ GP900003 grote pan (21 cm diameter)
▯ CA051300 Teppanyaki. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone
▯ CA052300 grillplaat. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
Deze pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag,
zodat er voor het bakken en braden niet veel olie nodig
is.
Aanwijzingen
– De braadsensor-functie is speciaal ingesteld voor
pannen van dit type en deze afmetingen.
– Wanneer de grootte van de pannen afwijkend is of
wanneer ze slecht geplaatst zijn, wordt de
braadsensor-functie bij de flexibele kookzones
mogelijk niet geactiveerd. Zie het hoofdstuk
~ "Flex-functie" op pagina 21.
– Pannen van een ander type kunnen oververhit raken
en de temperatuur kan lager of hoger zijn dan de
gekozen temperatuurstand. Probeer eerst de
laagste temperatuurstand uit en verander deze zo
nodig.
Voor de kookfuncties zijn alle pannen geschikt die
gebruikt kunnen worden voor inductiekoken. Informatie
over kookgerei dat geschikt is voor inductie vindt u in
het hoofdstuk ~ "Koken met inductie" op pagina 10.
In de tabel met de automatische functies staat bij elke
functie de geschikte pan vermeld.
Sensoren en speciale accessoires
De sensoren meten de temperatuur van de pan
gedurende het hele kookproces. Hierdoor wordt het
vermogen met grote precisie geregeld en de juiste
temperatuur aangehouden:
Uw kookplaat beschikt over twee verschillende
systemen voor temperatuurmeting.
▯ Braadsensor-functie: onder de kookplaat bevinden
zich temperatuursensoren. Hiermee wordt de
temperatuur van de bodem van de pan
gecontroleerd.
▯ Kooksensor-functie: een draadloze
temperatuursensor leidt de temperatuur van de pan
verder naar het bedieningspaneel. De sensor wordt
bevestigd aan de pan.
Voor de kooksensor-functie is een draadloze
temperatuursensor nodig. Deze kunnen achteraf in de
vakhandel, via onze technische servicedienst of onze
officiële website worden aangeschaft met opgave van
het referentienummer CA060300.
Informatie over de draadloze tempratuursensor vindt u
in paragraaf ~ "Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor"
Functies en kookstanden
Braadsensorfunctie
Met de braadsensor-functie kunt u gerechten
klaarmaken met weinig olie in de pan.
Deze functie is beschikbaar voor alle kookzones.
Voordelen
▯ De kookzone warmt alleen op wanneer dat nodig is.
Hiermee bespaart u energie. Olie en vet raken niet
oververhit.
▯ Als de lege pan de optimale temperatuur voor het
toevoegen van olie en voedsel heeft bereikt, klinkt
er een signaal.
Aanwijzingen
– Leg geen deksel op de pan. Anders wordt de
functie niet goed geactiveerd. Er kan een
spatdeksel worden gebruikt, om vetspetters te
voorkomen.
– Gebruik alleen olie of vet die geschikt zijn om te
frituren. Wordt er boter, margarine, koudgeperste
olijfolie of varkensvet gebruikt, zet de
temperatuurstand dan op 1 of 2.
– Verhit nooit vet of olie zonder erbij te blijven.
– Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de temperatuursensor
niet op de juiste manier geactiveerd.
– Voor het bakken of braden met een grote
hoeveelheid olie altijd de kooksensor-functie
gebruiken. “Frituren met een grote hoeveelheid olie
in een pan”, instelling 170-180° C.