26 27
2
Gebruik van de camera
Stand Fotograferen
Stilstaande beelden fotograferen AUTO
BETEKENIS VAN DE INDICATIE-LED
Indicatie Betekenis
Brandt groen AF/AE-lock wordt uitgevoerd. Video-uitgangssignaal wordt ingesteld.
Knippert groen Waarschuwing tegen bewegen van de camera of AF-waarschuwing (u kunt fotograferen).
Knippert afwisselend
groen en oranje
Het beeld wordt opgeslagen op het kaartje (u kunt fotograferen).
Brandt oranje Het beeld wordt opgeslagen op het kaartje (u kunt niet fotograferen).
Knippert oranje De flitser wordt opgeladen (en ontsteekt niet).
Knippert rood • Waarschuwingen die verband houden met het kaartje:
Geen kaartje in de camera gezet, kaartje niet geformatteerd of verkeerd geformatteerd,
kaartje vol. Fout in het kaartje.
• Fout in de lenssturing.
* In de LCD-monitor verschijnen meer gedetailleerde waarschuwingen (zie blz. 130 – 131).
AF-HULPVERLICHTING
Drukt u bij weinig licht de ontspanknop half in, dan
ontsteekt de camera de AF-hulpverlichting (groen) met
behulp waarvan de camera zich gemakkelijker kan
scherpstellen.
Daarbij moet u wel onthouden dat bij tele-opnamen
het effectieve bereik daarvan kleiner is.
! In bepaalde situaties kan het voorkomen dat de AF-hulp-
verlichting ontsteekt, maar de camera er toch niet in slaag
scherp te stellen.
! Hoewel de AF-hulpverlichting volstrekt ongevaarlijk is, kunt
u hem toch beter niet vlak voor iemands ogen ontsteken.
! De camera stelt zich het gemakkelijkst scherp wanneer u
fotografeert op een afstand van circa 3,5 m met de lens in
de groothoekstand en op een afstand van 2,0 m in de tele-
stand.
! Gebruikt u de AF-hulpverlichting in de macrostand, dan is
het mogelijk dat de camera bij macro-opnamen problemen
ondervindt bij het scherpstellen.
! Zie blz. 100 voor de wijze waarop u de AF-hulpverlichting
kunt uitschakelen.
AANTAL BESCHIKBARE OPNAMEN
Het aantal beschikbare opnamen wordt aangegeven
in de monitor.
! Zie blz. 59 voor de wijze waarop u de beeldkwaliteit instelt.
! De standaard ingestelde beeldkwaliteit “y” bij aflevering
door de fabriek is “
N”.
■ Standaard aantallen opnamen per kaartje
Onderstaande tabel toont het aantal beschikbare opnamen dat standaard op een nieuw en in deze camera geformatteerd
kaartje kan worden opgeslagen. Hoe groter de opslagcapaciteit van het kaartje, hoe groter het verschil tussen het daad
-
werkelijk beschikbare aantal beelden en de hier vermelde aantallen. Het is mogelijk dat het aantal opnamen dat u op een
geheugenkaartje kunt opslaan, bepaald door het onderwerp, na een opname niet kleiner is geworden of zelfs met twee is
afgenomen. Het gevolg is dat het getoonde aantal niet overeenkomt met het feitelijke aantal opnamen.
Kwaliteit
F N
÷ 3 2 ` ~
Aantal opgeslagen pixels 3488 x 2616 3696 x 2464 2592 x 1944 2048 x 1536 1600 x 1200 640 x 480 3488 x 2616*
DPC-16 (16 MB) 3 6 6 12 19 25 122 0
DPC-32 (32 MB)
6 13 13 25 40 50 247 1
DPC-64 (64 MB)
13 28 28 50 81 101 497 3
DPC-128 (128 MB)
28 56 56 102 162 204 997 6
DPC-256 (256 MB)
56 113 113 204 325 409 1997 13
DPC-512 (512 MB)
113 227 227 409 651 818 3993 27
DPC-M1GB (1 GB)
228 456 456 819 1305 1639 7995 54
Microdrive 340 MB
77 155 155 279 445 559 2729 18
Microdrive 1 GB
234 469 469 842 1313 1642 8212 55
9M9M
3:2
* Het aantal opgeslagen pixels is 4864 x 3648, als u met behulp van FinePix viewer beelden bekijkt op een PC.