Als uw conditie verbeterd is, is een hogere trainingsintensiteit
nodig zodat de pulsfrequentie de "trainingszone" bereikt, d.w.z.
het lichaam is nu tot meer in staat. Het resultaat van een verbe-
terde conditie is een verbeterde fitnessklasse (F1 - F6).
Berekening van de trainings-/belastingspuls:
220 slagen per minuut min de leeftijd = persoonlijke,
max. hartfrequentie (100%).
Trainingspuls
Ondergrens: (220 - leeftijd) x 0,70
Bovengrens: (220 - leeftijd) x 0,85
8.5 Duur van de training
Elke training bestaat idealiter uit een warming-up, een trainings-
fase en een afkoelfase om blessures te voorkomen.
Warming-up:
5 tot 10 minuten langzaam roeien.
Training:
15 tot 40 minuten intensieve maar niet overbelastende training
met de bovengenoemde intensiteit.
Afkoelen:
5 tot 10 minuten langzaam roeien.
Stop uw training onmiddellijk als u zich ongemakkelijk voelt of als
u tekenen van overbelasting ervaart.
Verandering in metabole activiteit tijdens de training:
In de eerste 10 minuten van ons uithoudingsvermogen
verbruikt ons lichaam de suikerstof glycogeen die is opge-
slagen in de spieren.
Na ca. 10 minuten wordt ook vet verbrand.
Na 30-40 minuten wordt het vetmetabolisme
geactiveerd, daarna is het lichaamsvet de belangrijkste
energiebron.
17
When condition has improved, higher intensity of training is
required in order for the pulse rate in order to reach the „train-
ing zone“; that is, the organism is capable of higher performance.
You will realize the result of improved condition by a higher fit-
ness score (F1 - F6).
Calculation of the training / working pulse:
220 pulse beats per minute minus age = personal, maximum
heart rate (100 %).
Training pulse
Lower limit: (220 - age) x 0.70
Upper limit: (220 - age) x 0.85
8.5 Training duration
Every training unit should ideally consist of a warm-up phase,
a training phase, and a cool-down phase in order to prevent injuries.
Warm-up:
5 to 10 minutes of calisthenics or stretching (also slow rowing).
Training:
15 to 40 minutes of intensive or not overtaxing training at the
intensity mentioned above.
Cool-down:
5 to 10 minutes of slow rowing,
Stop training immediately if you feel unwell or if any signs of
overexertion occur.
Alterations of metabolic activity during training:
In the first 10 minutes of endurance performance our
bodies consume the sugars (Glycogen) stored in our
muscles.
After about 10 minutes fat is burned in addition.
After 30 - 40 minutes fat metabolism is activated, then
the body‘s fat is the main source of energy