170
VEILIGHEID
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
STARTEN
EN RIJDEN
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als
de standaard geleverde banden.
De Fiat-dealer kan u adviseren welke band het meest
geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt gebrui-
ken.
Houdt u voor bandenmaat, de bandenspanning en de
winterbanden exact aan de aanwijzingen die staan aan-
gegeven in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden ver-
minderen aanzienlijk als de profieldiepte van het loop-
vlak minder is dan 4 mm. Vervang de winterbanden in
dat geval.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden
zijn de prestaties onder niet-winterse omstandigheden
of wanneer er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard gemonteer-
de banden. Beperk het gebruik van winterbanden tot
die omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de topsnel-
heid van de auto (met een marge van 5%), dan dient u
in het interieur van de auto een voor de bestuurder
duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje te plaatsen
met de maximum toegestane snelheid wanneer met
die winterbanden wordt gereden (overeenkomstig de
EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelf-
de merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens
het rijden en remmen en voor een betere bestuur-
baarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
ATTENTIE
Bij winterbanden met de indicatie “Q” geldt een maximum snelheid van 160 km/h;
bij winterbanden met de indicatie “T” geldt een maximum snelheid van 190 km/h;
bij winterbanden met de indicatie “H” geldt een maximum snelheid van 210 km/h.
Deze maximum snelheden zijn in overeenstemming met de huidige wetgeving.