VOORSTOELEN MET
ELEKTRISCHE VERSTELLING
(indien aanwezig) fig. 36
De stoelen kunnen versteld worden als de
contactsleutel in stand ON staat of gedu-
rende 1 minuut nadat de contactsleutel
in stand OFF is gezet of is uitgenomen, of
gedurende 3 minuten na opening van de
portieren.
Verstellen in
lengterichting/hoogteverstelling
Bedien de knop A.
Verstellen van de rugleuning
Bedien de knop B.
Hoogteverstelling
Bedien de knop A voor de hoogtever-
stelling van het voorste of achterste deel
van de stoel.
fig. 36
F0L0173m
41
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Instellingen van de
bestuurdersstoel opslaan
Met deze voorziening kunnen drie ver-
schillende instellingen van de bestuur-
dersstoel en de buitenspiegels in het ge-
heugen worden opgeslagen en opgeroe-
pen (alleen met de contactsleutel in stand
ON).
Ga voor het opslaan als volgt te werk:
❒
stel de stand van de bestuurdersstoel
en van de buitenspiegels in;
❒
druk ongeveer 3 seconden op een van
de knoppen D (“1”, “2” of “3”), waar-
onder een instelling kan worden op-
geslagen, totdat u ter bevestiging een
geluidssignaal hoort.
Als u een nieuwe stand van de stoel of de
spiegels opslaat, wordt automatisch de vo-
rige met dezelfde knop opgeslagen stand
verwijderd.
BELANGRIJK De instelling van de len-
densteun en de inschakeling van de stoel-
verwarming kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen.
Opgeslagen instellingen oproepen
Ga als volgt te werk:
❒
draai de contactsleutel in stand ON;
❒
druk (kort) op de knop D (“1”, “2”
of “3”).
De stoel beweegt uitsluitend automatisch
als de opgeroepen stand verschillend is van
de stand waarin de stoel staat, en de snel-
heid van de auto lager is dan 10 km/h.
De stoel kan ook worden ingesteld gedu-
rende 1 minuut na het verwijderen van de
sleutel uit het contactslot of gedurende
drie minuten na het openen van de por-
tieren.
Als de motor wordt gestart tijdens het op-
roepen van de opgeslagen instelling, wordt
de beweging van de stoel tijdelijk geblok-
keerd.
BELANGRIJK Als tijdens het oproepen
van de opgeslagen instelling een van de
knoppen D wordt ingedrukt, wordt de in
werking zijnde functie onmiddellijk on-
derbroken (“anti-paniek”- functie).
Stoelverwarming (indien
aanwezig)
Bedien de knop C voor het in-/uitscha-
kelen van de stoelverwarming. Er zijn 4
standen: 0 (uitgeschakeld), 1 (minimale
verwarming), 2 (gemiddelde verwarming),
3 (maximale verwarming).