29
Afhankelijk van temperatuur, spanning en
innerlijke weerstand wordt steeds de optimale
laadstroom ingesteld.
De twee LEDs (3.3) geven de betreffende
bedrijfstoestand van het oplaadapparaat aan.
De rechter LED is de aanduiding voor
oplaadschacht (3.1), de linker LED is de
aanduiding voor oplaadschacht (3.2).
LED geel - permanent licht
= acculader is bedrijfsklaar.
LED groen - knipperlicht
= accupack wordt opgeladen.
LED groen - snel knipperend
= accupack wordt met maximale stroom
opgeladen.
LED groen - permanent licht
= accupack is opgeladen, compensatielading
loopt.
LED rood - knipperend
= algemene foutaanduiding, b.v.verpoolde
accupack, geen volledig contact,
kortsluiting,accu defect.
LED rood - blijft branden
= accutemperatuur boven toegestane grens-
waarden.
Als de accupack tijdens de oplading uit de
oplaadschacht wordt gehaald, kan de oplading
pas weer voortgezet worden als na ca. 1 - 2
seconden de LED geel permanent licht aangeeft.
Onder invloed van elektromagnetische storin-
gen tijdens het laden van de accu, zal het
laadapparaat voortijdig op onderhouds-stroom
overschakelen. Het laadapparaat kan geen
gevaarlijke of onveilige situaties veroorzaken.
c) ECU 45
Met het laadapparaat ECU 45 (afb. 4) kunnen
alle NiCd- en NiMH-akkupacks tussen 7,2 V en
14,4 V spanning worden opgeladen.
Het accutype dat wordt gebruikt (NiCd of NiMH)
wordt automatisch herkend.
Het oplaadproces wordt via een
microprocessor geregeld.
Attentie: Als een warm NiMH-akkupack
(>37°C) wordt gebruikt,dan wordt slechts met
gereduceerde laadstroom geladen.
In dit geval bedraagt de oplaadtijd voor het
accupack met 3,0 Ah ong. 100 min.
De LED (4.3) toont de actuele bedrijfstoestand
van het oplaadapparaat.
LED geel - permanent licht
= acculader is bedrijfsklaar.
LED groen - knipperlicht
= accupack wordt opgeladen.
LED groen - snel knipperend
= accupack wordt met maximale stroom
opgeladen.
LED groen - permanent licht
= accupack is opgeladen, compensatielading
loopt.
LED rood - knipperend
= algemene foutaanduiding, b.v.verpoolde
accupack, geen volledig contact, korts-
luiting,accu defect.
2 Voorbereiding voor ingebruikneming
2.1 Accupack uit het apparaat nemen.
Door op toets (1.1) te drukken wordt de
accupack (1.2) ontgrendeld en kan worden
weggenomen.
2.2 Accupack opladen.
a) EC 60
Met het sneloplaadapparaat EC 60 (afb. 4)
kunnen alle NiCd-Festool-accupacks tussen 7,2
V en 14,4 V opgeladen worden.
Attentie: Laad met het oplaadapparaat EC 60
geen NiMH-accupacks omdat hun levensduur
hierdoor wordt gereduceerd.
De controle op de accupack-oplaadtoestand
heeft plaats d.m.v. een in het accupack
ingebouwde NTC-weerstand en spannings-
meting. Als de temperatuur van het accupack
tussen + 5 en + 43 ° C ligt wordt de snelop-
lading automatisch ingeschakeld. Als de
accupack opgeladen is, dan begint automatisch
de compensatielading.
De LED (4.3) geeft de betreffende gebruik-
stoestand van het snellaadapparaat aan.
LED groen - knipperlicht
= accupack wordt opgeladen.
LED groen - lamp blijft branden =
a) apparaat gereed voor gebruik, maar er is
geen accupack ingezet.
b) accupack is opgeladen, compensatielading
is bezig.
c) accutemperatuur buiten de toegestane
grens-waarden; oplading wordt bij het
bereiken van de toegelaten temperatuur
automatisch voortgezet. Bij een te warm
accupack wordt echter alleen maar een
nieuw begin gemaakt met de oplading.
b) MCU 15
Met het sneloplaadapparaat MCU 15
(afb. 3) kunnen in de oplaadschacht (3.1) alle
Festool-accupacks tussen 4,8 V en 14,4 V
spanning worden opgeladen. Het accutype dat
wordt gebruikt (NiCd of NiMH) wordt automa-
tisch herkend. Het oplaadproces wordt via een
microprocessor geregeld.
Attentie: Als een warm NiMH-akkupack
(>37°C) wordt gebruikt,dan wordt slechts met
gereduceerde laadstroom geladen.
In dit geval bedraagt de oplaadtijd voor het
accupack met 3,0 Ah ong. 100 min.
In de oplaadschacht (3.2) kunnen bovendien
de onderstaande NiCd-accupacks opgeladen
worden:
Bosch 7,2 V pos. nr. 260 73 00001
7,2 V pos. nr. 260 73 35020
9,6 V pos. nr. 260 73 00002
12 V pos. nr. 260 73 00000
AEG 7,2 V pos. nr. 318 460
9,6 V pos. nr. 325 100
MAKITA 7,2 V pos. nr. 19 16 79-9
9,6 V pos. nr. 19 16 81-2
9,6 V pos. nr. 19 20 19-4