Mikä on pienitakapotkuinen teräketju
Pienitakapotkuinen teräketju on ketju, joka täyttää ISO 9518 -standardin takapotkuun liittyvät suoritusvaatimukset. Huolehtimalla
ketjujarrun ja ketjusahan asiallisesta kunnossapidosta sekä oikeasta huollosta tämän ohjekirjan suosittelemalla tavalla voit varmistaa
ketjusahasi turvajärjestelmän toimivuuden tuotteen koko elinkaaren ajan.
Varoitus! Älä koskaan poista, muuta tai saata toimimattomaksi laitteen mukana tulevia turvalaitteita. Ketjujarru, käsisuojus ja
pienitakapotkuinen teräketju ovat tärkeitä turvaominaisuuksia, jotka on tarkoitettu suojaamaan sinua.
Varoitus! Käytä aina raskaaseen työskentelyyn tarkoitettuja työkäsineitä ja irrota jatkojohto verkosta, kun työskentelet
teräketjun parissa.
Ketjun teroitus
A. Ketjun teroitukseen liittyviä yleisohjeita
Älä koskaan sahaa tylsällä ketjulla. Ketju on tylsä, kun sinun on painettava ketjusahaa puuhun ja lastut ovat hyvin
pieniä. Ketjunivel on se osa ketjua, joka vastaa sahauksesta (Kuva 17). Hampaan Aja harjan B välinen korkeusero
on leikkuusyvyys. Ketjua teroitettaessa on otettava huomioon seuraavat seikat (Kuva 18):
• Viilauskulma
• Leikkuukulma
• Viilausasento
• Pyöröviilan läpimitta
• Viilaussyvyys
Ketjun oikeaan viilaukseen tarvitaan hyviä työkaluja, esimerkiksi mittaa oikean viilauskulman määrittelemiseksi.
Varoitus! Takapotkun vaara kasvaa, jos
• viilauskulma on liian iso
• leikkuukulma on liian pieni
• pyöröviilan läpimitta on liian pieni
B. Leikkuuhampaan teroittaminen (Kuva 19)
Sahan leikkuuhampaan teroittamiseen tarvitaan pyöröviilaa ja viilausmittaa. Ota yhteyttä ketjusahoihin
erikoistuneeseen liikkeeseen näiden tarvikkeiden hankkimiseksi.
1. Tarkista, että ketju on täysin suoristettu. Muutoin ketju ei ole tarpeeksi vakaa eikä sitä voi teroittaa oikein.
2. Viilaa sahaushampaat aina sisältä ulospäin. Nosta viilaa aina, kun siirryt teroittamaan toista
sahaushammasta. Viilaa kaikki sahaushampaat ensin yhdeltä puolelta, käännä teräketju ympäri ja viilaa
sahaushampaat sitten myös toiselta puolelta.
3. Viilauksen jälkeen kaikkien sahaushampaiden tulee olla samanpituisia. Kun sahaushampaiden pituus on
enää ainoastaan 4 mm, ketju on kulunut ja se tulee vaihtaa.
C. Leikkuusyvyys
Kun viilaat sahaushampaita, leikkuusyvyys pienenee. Jotta sahausteho säilyy mahdollisimman hyvänä, harjaa
(B) on myös laskettava. Täydellisen leikkuusyvyyden saavuttamiseksi sinun tulee käyttää syvyysmittaa. Ota
yhteyttä ketjusahoihin erikoistuneeseen liikkeeseen erikoistyökalujen ja -mittojen hankkimiseksi.
Leikkuusyvyyden säätö on suoritettava välittömästi leikkuuhampaiden teroituksen jälkeen. Käytä tähän lattaviilaa
ja syvyysmittaa. Leikkuusyvyys on oikea, kun et enää tunne kitkaa liikuttaessasi viilaa mitan yllä.
Ketjun kireys
Tarkista ketjun tiheys usein ja säädä sitä tarpeen mukaan siten, että ketju pysyy terälevyllä hyvin, mutta että se on kuitenkin tarpeeksi löysä
kädellä siirrettäväksi. (Katso teräketjun kireyden säätöön liittyvää osiota.)
Uuden teräketjun sisäänajo
Uusi ketju ja terälevy on säädettävä uudestaan jo noin viiden sahauskerran jälkeen. Tämä on normaalia sisäänajokauden aikana,
seuraavien säätökertojen välinen aika pitenee jo nopeasti.
Fig. 19
Fig. 18
Fig. 17
Ferm 75
GB
D
NL
F
S
FIN
N
DK
8. De zaag dragen
Draag de zaag aan het voorste handvat als de zaag is uitgeschakeld. Blijf met uw vingers van de schakelaar en zorg ervoor dat het
zaagblad en de zaagketting naar achteren wijzen.
9. Nooit de kabel verkeerd gebruiken
Draag het gereedschap nooit aan de kabel en trek de stekker nooit aan de kabel uit het stopcontact. Houd de kabel uit de buurt van hitte,
olie en scherpe randen.
10. Het werkstuk vastzetten
Zet het werkstuk met klemmen of een bankschroef vast.
11. Niet overreiken
Zorg er te allen tijde voor dat u stevig staat en een goede balans houdt.
12. De kettingzaag zorgvuldig onderhouden
Controleer de kabels van de kettingzaag regelmatig en laat ze bij beschadiging repareren door een geautoriseerde servicedienst. Houd
de kabel nooit bij de ketting of de bediener. Draag de kettingzaag nooit aan de kabel en trek de stekker nooit aan de kabel uit het
stopcontact. Houd de kabel uit de buurt van olie en scherpe randen. Controleer de verlengkabels regelmatig en vervang deze bij
beschadiging. Houd de gereedschappen scherp en schoon, zodat de prestaties verbeteren en u veilig kunt werken. Neem de instructies
voor het smeren en verwisselen van de toebehoren in acht. Houd de handvatten droog, schoon, en olie- en vetvrij.
13. De stekker van de kettingzaag uit het stopcontact trekken
Trek de stekker van de kettingzaag uit het stopcontact als u de kettingzaag niet gebruikt, voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert
en als u toebehoren of extra’s zoals de zaagketting en de kettingbeschermer vervangt.
14. Stel- en moersleutels verwijderen
Maak er een gewoonte van om te controleren of de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het apparaat inschakelt.
15. Onbedoeld starten voorkomen
Houd tijdens het dragen van gereedschap dat op het stroomnet is aangesloten nooit de vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan dat de
schakelaar uit staat als u het gereedschap aansluit.
16. Verlengkabels voor buitengebruik
Gebruik alleen verlengkabels die bedoeld zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn aangeduid (≥ 1,5 mm
2
).
17. Alert blijven
Let op wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik de kettingzaag nooit als u moe bent. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van
de kettingzaag als de motor draait. Zorg ervoor dat u niets raakt voordat u de zaagketting start.
18. Onderdelen op beschadiging controleren
Voordat u het gereedschap, een beschermer of een ander beschadigd onderdeel opnieuw gebruikt, moet u het grondig controleren om
zeker te zijn dat het correct zal functioneren en de bedoelde werking heeft. Controleer of bewegende onderdelen goed zijn uitgelijnd en
vrij lopen, of de onderdelen niet gebroken zijn, of ze goed zijn bevestigd en controleer op andere toestanden die de werking nadelig
kunnen beïnvloeden. Een beschermer of ander beschadigd onderdeel moet vakkundig worden gerepareerd of door een geautoriseerd
servicecentrum worden vervangen, tenzij in deze gebruiksaanwijzing iets anders vermeld staat. Laat defecte schakelaars vervangen
door een geautoriseerde servicedienst. Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar zich niet laat in- en uitschakelen.
19. Waarschuwing!
Het gebruik van andere dan de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen toebehoren of extra’s kan letselgevaar opleveren.
20. Laat uw gereedschap door een vakman repareren
Dit elektrische gereedschap voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidseisen. Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd die originele reserveonderdelen gebruiken, omdat de bediener anders aanzienlijke risico’s loopt.
Waarschuwing! Terugslag ontstaat als de neus of de punt van het zaagblad een voorwerp raakt of als het hout de zaagketting in
de zaagsnede inklemt. Contact van de neus kan in sommige gevallen een bliksemsnelle achterwaartse beweging veroorzaken,
waardoor het zaagblad snel in de richting van de bediener wordt geslingerd. Als de zaagketting aan de bovenkant van het
zaagblad ingeklemd raakt, kan het zaagblad zeer snel in de richting van de bediener worden gedrukt. Door deze reacties kunt u
de controle over de kettingzaag verliezen, waardoor u ernstig gewond kunt raken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
terugslag te minimaliseren.
21. Bescherming tegen terugslag
A. Houd de zaag stevig vast! houd de kettingzaag met beide handen stevig vast als de motor draait. Zorg ervoor dat u de zaag met
beide handen stevig vast hebt; de rechter hand op het achterste handvat en de linker op het voorste handvat.
B. Niet overreiken.
C. Zorg er te allen tijde voor dat u stevig staat en een goede balans houdt.
D. Zorg dat de neus van het zaagblad geen houtblok, tak, grond of ander obstakel raakt.
E. Niet boven schouderhoogte zagen.
F. Gebruik toebehoren zoals een terugslagarme ketting, zaagbladneusbeschermers en speciale zaagbladen die terugslagrisico’s
verminderen.
G. Gebruik alleen vervangingsbladen en kettingen die door de fabrikant worden aanbevolen of vergelijkbare producten.
H. Er bestaan geen andere vervangingsonderdelen die bescherming bieden tegen terugslag conform richtlijn Z62.3 van het
Canadese normalisatie-instituut CSA.
22. Stroomvoorziening
Sluit de kettingzaag aan op een stroomnet met het juiste voltage; zorg ervoor dat het voltage overeenkomt met de waarde die op het
typeplaatje staat vermeld.
23. De kettingzaag niet gebruiken bij beschadiging of als het apparaat niet correct, onvolledig dan wel onveilig is gemonteerd. Verzeker u
ervan dat de zaagketting stopt als u de startschakelaar loslaat.
24. Probeer nooit werkzaamheden uit waarmee u geen ervaring hebt.
25. De kettingzaag nooit gebruiken met slechts één hand! Het risico bestaat dat uzelf, uw helpers of omstanders ernstig gewond raken als u
de zaag met slechts één hand bedient. Een kettingzaag is bedoeld voor tweehandsbediening.
30 Ferm
GB
D
NL
F
S
FIN
N
DK