aanzetten.
Ȝ Schroef (36) met de sleutel (34) in draairichting
van het zaagblad uitdraaien.
Ȝ Zaagblad (4) van de binnenflens nemen en naar
boven uittrekken.
Ȝ Zaagbladflenzen zorgvuldig schoonmaken
alvorens het nieuwe zaagblad te monteren.
Ȝ Het nieuwe zaagblad in omgekeerde volgorde
monteren en aanhalen. Let op! Draairichting in
acht nemen, de snijschuinte van de tanden
moet in draairichting, d.w.z. naar voren
wijzen (zie pijl op de zaagbladafdekking).
Ȝ Spouwmes (5) alsmede de zaagbladafdekking
(2) opnieuw monteren en afstellen (zie 7.4., 7.5)
Ȝ Controleer of de veiligheidsinrichtingen naar
behoren werken voordat u opnieuw met de zaag
werkt.
8. Bediening
8.1 AAN/UIT schakelaar (fig. 1, pos. 11)
Ȝ De zaag kan worden aangezet door de groene
toets “I“ in te drukken.
Ȝ De zaag wordt terug afgezet door de rode knop
“0” in te drukken.
8.2 Snijdiepte (fig. 35)
Het zaagblad (4) kan op de gewenste snijdiepte
worden afgesteld door de kruk (8) te draaien.
Tegen de richting van de wijzers van de klok in:
grotere snijdiepte
Met de wijzers van de klok mee:
kleinere snijdiepte
8.3 Parallelaanslag
8.3.1 Aanslaghoogte (fig. 26/27)
Ȝ De bijgeleverde aanslag (7) heeft twee
geleidevlakken, die van hoogte verschillen.
Ȝ Naargelang de dikte van de te zagen materialen
moet de aanslagrail (20) volgens fig. 26, voor dik
materiaal en volgens fig. 27 voor dun materiaal
worden gebruikt.
8.3.2 Snijbreedte (fig. 26/27)
Ȝ Tijdens het in de lengte snijden van houten
stukken moet de parallelaanslag (7) worden
gebruikt.
Ȝ De parallelaanslag (7) moet aan de rechterkant
van de zaagtafel (4) worden gemonteerd.
Ȝ De parallelaanslag (7) moet van buitenaf de
klemrail (20) in worden geschoven.
Ȝ Parallelaanslag (7) op de gewenste maat
afstellen en vastzetten met de vleugelschroeven
(27).
8.3.3 Aanslaglengte instellen (fig. 27)
Ȝ Om te voorkommen dat het te snijden goed
vastklemt kan de aanslagrail (37) in
lengterichting worden verschoven.
Ȝ Vuistregel: Het achterste uiteinde van de aanslag
sluit aan bij een imaginaire lijn die ongeveer bij
het centrum van het zaagblad begint en met 45°
naar achteren verloopt.
Ȝ Nodige snijbreedte afstellen:
Vleugelschroeven (38) losdraaien en aanslagrail
(37) vooruitschuiven tot de imaginaire 45° lijn
wordt geraakt.
Vleugelschroeven (38) terug aanhalen.
8.4. Dwarsaanslag (fig. 28)
Ȝ Universele aanslag (7) de geleiderail (39) in
schuiven.
Ȝ Klemschroef (12) losdraaien.
Ȝ Universele aanslag (7) draaien tot de pijl naar de
gewenste hoekmaat wijst.
Ȝ Klemschroef (12) opnieuw aanhalen.
Let op !!
Ȝ Aanslagrail (37) niet te ver naar het zaagblad toe
schuiven.
Ȝ De afstand tussen aanslagrail (37) en zaagblad
(4) moet ca. 2 cm bedragen.
8.5. Hoekafstelling (fig. 25)
Ȝ Stergreepschroeven (a) losdraaien.
Ȝ Spaanbak (17) naar links naar de gewenste
hoekmaat schuiven.
Ȝ Stergreepschroeven (a) terug aanhalen.
9. Gebruik
Let op !!
Ȝ Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden een
proefsnede uit te voeren om de afgestelde
afmetingen te controleren.
Ȝ Na het aanzetten van de zaag wachten tot het
zaagblad zijn maximumtoerental heeft bereikt
voordat u de snede uitvoert.
Ȝ Let op bij het insnijden!
9.1. Uitvoeren van langssneden (fig. 29)
Hierbij wordt een werkstuk in lengterichting
doorsneden.
Eén kant van het werkstuk wordt tegen de
parallelaanslag (7) geduwd terwijl de vlakke zijde op
31
NL