5.2 Aansluiting van de drukleiding
De drukleiding (moet min. 19 mm (3/4” zijn))
moet direct of via een schroefdraadnippel
worden aangesloten aan de
drukleidingaansluiting (33,3 mm (R1IG) van het
apparaat.
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard ook
een drukslang van 13 mm (1/2”) worden
gebruikt. Het pompvermogen wordt gereduceerd
door de kleinere drukslang.
Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V ~
50 Hz, ampérage van de zekering minstens 10
amp.
Het in- en uitschakelen gebeurt met behulp van
de ingebouwde schakelaar.
De motor wordt door de ingebouwde thermische
contactverbreker beschermd tegen overbelasting
of blokkering. In geval van oververhitting wordt
de pomp automatisch uitgeschakeld door deze
contactverbreker en na het afkoelen wordt de
pomp automatisch opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
Het apparaat opstellen op een stabiele, vlakke
en horizontale standplaats.
Pomphuis via de vulschroef (4) vullen met water.
Door de zuigleiding te vullen wordt het
aanzuigen versneld.
Drukleiding openen.
Netleiding aansluiten. Het aanzuigen start
automatisch.
- het aanzuigen kan bij max. aanzuighoogte wel
5 minuten duren.
Indien de pomp na gebruik weer wordt
verwijderd moet bij de volgende aansluiting en
ingebruikneming zeker water worden bijgevuld.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Het apparaat is verregaand onderhoudsvrij. Voor een
lange levensduur raden wij echter een regelmatige
controle en onderhoud aan.
Let op!
Vóór elk onderhoud moet het apparaat spanningsvrij
geschakeld worden; hiervoor trekt u de netstekker
van de pomp uit het stopcontact.
8.1 Onderhoud
Bij eventuele verstopping van het apparaat sluit
u de drukleiding aan aan de waterleiding en
neemt u de zuigslang eraf. Open de waterleiding.
Schakel het apparaat meermaals gedurende ca.
twee seconden in. Op deze manier kunnen
verstoppingen in de meeste gevallen
geëlimineerd worden.
Vervangen van de netleiding: Opgelet: Het
apparaat isoleren van het net! Bij defecte
netleiding mag deze alleen door een
elektricien vervangen worden.
In het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
8.2 Opslag
Vóór een langdurig niet-gebruik of vóór het
opbergen gedurende de winter moet de pomp
grondig met water worden doorgespoeld,
volledig geleegd en droog bewaard.
Bij kans op vorst moet het apparaat helemaal
leeggemaakt worden.
Na een langdurige stilstand controleren of de
rotor behoorlijk draait door de pomp kort in en uit
te schakelen.
31
NL