23NL
5.3.10 De machine reinigen
Maak, na elk gebruik, de buitenkant van de machine schoon, leeg de
opvangzak en klop deze goed uit om alle gras- en aarderesten te ver-
wijderen.
Leeg de opvangzak altijd en laat geen
containers met gemaaid gras in gesloten ruimtes achter.
Reinig de kunstof delen van de machine met een vochtige spons en
een schoonmaakmiddel. Let er op dat de motor, de elektrische on-
derdelen en de elektronische kaart onder het dashboard niet nat wor-
den.
Gebruik in geen geval hogedrukreinigers of
bijtende middelen voor het reinigen van de carrosserie en de motor!
Op de bovenkant van het maaidek mogen
zich geen afval en droge grasresten ophopen om de doeltref-
fendheid en de veiligheid van de machine op maximaal niveau
te houden.
Na ieder gebruik, het maaidek zorgvuldig schoonmaken om alle gra-
sresten en afval te verwijderen.
Draag tijdens het schoonmaken van het
maaidek een beschermbril en verwijder mensen en dieren uit
het omliggende gebied.
a) Het reinigen van de binnenkant van het maaidek en het uit-
werpkanaal dient, onder de volgende condities, op een harde onder-
grond te gebeuren:
1. monteer de opvangzak;
LET OP!
LET OP!
BELANGRIJK
LET OP!
2. sluit een waterslang aan op
de speciale fitting (1) en laat
het water stromen;
3. neem plaats op de stoel;
4. zet het maaidek in de laagste
stand;
5. start de motor en zet de ver-
snellingspook in de vrije
stand;
6. schakel het mes in en laat
het enkele minuten draaien.
Verwijder de zak, ledig hem, spoel hem en leg hem op een plaats
waar hij snel kan drogen.
b) Voor de reiniging van de bovenkant van het maaidek:
– het maaidek helemaal omlaag zetten (stand «1»);
– met perslucht blazen om alle grasresten te verwijderen.