119
NEDERLAND
1.6 REGELS EN ALGEMENE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
hoofdstuk 1 - algemeen
Microgolven zijn electromagnetische stralingen die in de natuur voorkomen in de
vorm van lichtgevende golven (bijvoorbeeld: zonlicht) die, binnen de oven, van
alle kanten binnendringen in de etenswaren en de water-, vet - en
suikermoleculen verwarmen. Alleen in de etenswaren wordt de warmte snel
gevormd, terwijl de schaal alleen indirect verwarmd wordt door de overbrenging
van warmte via het warme voedsel. Dit voorkomt dat het voedsel aanbakt
daarom is het mogelijk heel weinig vet (in sommige gevallen helemaal geen vet)
te gebruiken tijdens het bereidingsproces. Omdat er weinig vet gebruikt wordt,
wordt de voedselbereiding met microgolven dientengevolge gezien als gezond en
diëtistisch verantwoord. Bovendien, in vergelijking met de traditionele
kooksystemen, vindt de bereiding plaats op een minder hoge temperatuur,
waardoor de etenswaren minder vocht verliezen met als gevolg een beter behoud
van de voedingswaarde en de smaak van het voedsel.
Fundamentele regels voor een correcte voedselbereiding in de magnetronoven
1) Om de tijden op de juiste manier in te stellen, dient men, bij het raadplegen
van de tabellen op de volgende bladzijden, er rekening mee te houden dat
indien een grotere hoeveelheid voedsel dan aangegeven gebruikt wordt ook
de bereidingstijd in verhouding verlengd dient te worden en omgekeerd. Het
is belangrijk de “wachttijden” in acht te nemen: met wachttijd wordt bedoeld
de tijd dat men moet wachten na de bereiding om een verdere verspreiding
van de temperatuur binnen het voedsel toe te laten. Bijvoorbeeld de tempera-
tuur van vlees neemt ongeveer met 5-8°C toe gedurende de wachttijd. De
wachttijden kunnen ook in acht genomen worden buiten de oven zelf.
2) Eén van de belangrijkste handelingen die uitgevoerd moeten worden is het
meerdere malen omroeren tijdens de bereidingstijd: dit om een gelijkmatige
verspreiding van de temperatuur te verkrijgen en hierdoor de bereidingstijd
te verkorten.
3) Het is ook aan te raden het voedsel te keren tijdens de bereiding.
4) Etenswaren met een vel, schil of schaal (bijvoorbeeld: appels, aardappelen,
tomaten, worst, vis) dienen met een vork ingeprikt te worden op meerde-
re plaatsen, zoadat de damp kan ontsnappen en het vel of de schil niet
openbarst (fig. 9).
5) Indien er meerdere porties van hetzelfde voedsel bereid worden, bijvoorbeeld
gekookte aardappelen, verdient het aanbeveling deze in een ronde schaal te
leggen om een gelijkmatige bereiding te verkrijgen (fig. 10).
6) Des te lager de temperatuur van het voedsel op het moment dat het in de oven
gezet wordt, des te langer is de bereidingstijd. Etenswaren op kamertempe-
ratuur zullen eerder gaar zijn dan voedsel dat uit de koelkast komt.
7) Zet de schaal altijd midden op het draaischijf.
8) De vorming van condensvocht aan de binnenkant van de oven en op het
luchtuitgangrooster is helemaal normaal. Om dit te verminderen, kan met
het voedsel bedekken met plastic folie, vet papier, glazen deksels of een-
voudigweg een omgekeerd bord. Bovendien worden etenswaren met een
hoog vochtgehalte (bijv. groenten) beter bereid indien afgedekt. Door de
etenswaren af te dekken houdt men ook de binnenkant van de oven schoon.
Gebruik alleen plastic folie dat geschikt is voor de magnetronoven.
9) Geen eieren koken met de schaal (fig. 11): de druk die ontstaat aan de bin-
nenkant zou het ei doen ontploffen, ook na afloop van de bereidingstijd.
Geen gekookte eieren opwarmen, tenzij het roerei betreft.
10) Voordat men voedsel in afgesloten of verzegelde verpakkingen verwarmt of
klaarmaakt, dient men niet te vergeten de verpakking te openen. De druk
aan de binnenkant van de verpakking zou dermate groot kunnen worden,
dat er gevaar bestaat voor ontploffing ook na afloop van de bereidingstijd.
fig. 9
fig. 10
fig. 11