NEDERLAND
94
HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN
1.1 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Deze aanwijzingen aandachtig doornemen en bewaren voor latere raadplegingen.
1) LET OP: Indien de deur of de deurafdichtingen beschadigd zijn, dient de oven niet te worden gebruikt tot
hij werd gerepareerd door een vakbekwaam technicus (opgeleid door de fabrikant of de Klantendienst
van de verkoper)
2) LET OP: Om enig gevaar te vermijden, dient uitsluitend opgeleid personeel onderhoudshandelingen of
reparaties uit te voeren die de verwijdering inhouden van beveiligingen tegen de blootstelling aan micro-
golven.
3) LET OP: Geen vloeistoffen of ander voedsel opwarmen in verzegelde verpakkingen die kunnen ontplof-
fen.
Geen eieren koken met de schaal, omdat deze kunnen ontploffen, zelfs aan
het einde van de bereidingstijd.
4) LET OP: Laat de oven alleen gebruiken door kinderen die correcte aanwij-
zingen hebben gekregen omtrent het veilig gebruik van de oven, en de geva-
ren inzien verbonden met een niet correcte omgang met het apparaat.
Laat geen kinderen in de nabijheid van de oven komen als deze aan staat
(gevaar voor verbrandingen).
5) Niet proberen de oven te laten werken met de ovendeur open, door de inge-
bouwde beveiligingen te beschadigen.
6) Zet de oven niet aan indien voorwerpen – ongeacht hun aard – tussen de
voorkant van de oven en de ovendeur steken.
Zorg ervoor dat de binnenkant van de deur (E) altijd schoon is, met behulp
van een vochtige doek en geen bijtende schoonmaakmiddelen. Zorg er voor
dat er geen vuil of etensresten blijven zitten tussen de voorkant van de oven en de ovendeur.
7) De oven niet aanzetten indien het elektriciteitssnoer of de stekker beschadigd zijn. Dit kan elektrische
schokken veroorzaken.
8) Indien men rook uit de oven ziet ontsnappen, het apparaat afzetten of de stekker uit het stopcontact
trekken; de ovendeur niet openen om eventuele vlammen te smoren.
9) Om oververhitting, en dientengevolge gevaar voor vlamvatten te voorkomen, is het aan te raden de oven
in de gaten te houden wanneer voedsel bereid wordt in wegwerpbakjes van plastic, karton of ander
brandbaar materiaal, of tijdens het verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel.
10) De draaischijf niet onderdompelen in water wanneer hij heel warm is, omdat
hij door de thermische schok kan breken.
11) Bij het gebruik van de functies “Alleen MAGNETRON” en “GECOMBI-
NEERD MAGNETRON” dient de oven niet te worden voorverwarmd (zon-
der voedsel) of te worden ingeschakeld wanneer hij leeg is, omdat vonken
kunnen ontstaan.
12) Alvorens de oven te gebruiken, controleren of het gebruikte keukengerei en
schalen geschikt zijn voor de magnetron (zie deel “Te gebruiken servie-
sgoed”)
13) Tijdens het gebruik wordt het apparaat warm. Raak de verwarmingsele-
menten binnen in de oven niet aan.
14) Tijdens het verwarmen van vloeistoffen (water, koffie, melk, enz.) kan het
gebeuren dat, door het uitgesteld bereiken van het kookpunt, de vloeistof
onverwacht begint te koken, overloopt en brandwonden veroorzaakt. Om
dit te voorkomen, dient men alvorens met het opwarmen van de vloeistof te
beginnen, een lepeltje van hittebestendig plastic of een glazen staafje in de
fig. 1
fig. 2
fig. 3
fig. 4