BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING
I
7
Weerstand lichtsterkte dashboardsignaleringen
Druk, terwijl de koplampverlichting brandt, op de toets voor he
t wijzigen van de lichtsterkte.
Wilt u na verhogen van de lichtsterkte deze weer verlagen, druk
dan net zo lang tot het bereiken van de
maximale lichtsterkte en laat de knop los. Vervolgens kunt u de
lichtsterkte verlagen.
Voor het verhogen van de lichtsterkte gaat u op dezelfde wij
ze te werk.
Bij het openen van het bestuurders-
portier of bij het ontgrendelen
met de afstandsbediening wordt
gedurende circa 30 seconden
het instrumentenpaneel en de
toerenteller verlicht met weergave
van de kilometertellers en
eventueel de onderhoudssleutel.
Centraal display
1 Brandstofmeter
2 Actieradius
3 Dagteller
4 Commando’s van de snelheidsregelaar of de snelheidsbegrenzer
5 Snelheidsmeter
6 Onderhoudsintervalindicator bij aanzetten van het contact en
daarna
de totaalkilometerteller
7 Controle motorolieniveau
8 Koelvloeistoftemperatuur
Weergave
signaleringen
Nulstelling
van de dagteller
Weergave
waarschuwingen
en staat van
functies
Weergave
signaleringen
I N S T R U M E N T E N P A N E E L