PROGRAM (gebruikersprogramma)→ tot MANUAL (handmatig). U kunt uw keuze
bevestigen door op de ‘MODE’ toets te drukken.
(4) HANDMATIG
4-1 Met behulp van de ▲ of ▼ toets kunt u het weerstandsniveau (LEVEL) instellen en deze
vervolgens bevestigen met de ‘MODE’ toets. Het handmatig ingestelde weerstandsniveau kan
ook worden aangepast in de ‘START’ modus, zodra de desbetreffende functie oplicht op Lcd-
scherm). Indien het weerstandsniveau ongewijzigd blijft zal het Lcd-scherm na 3 seconden
automatisch overspringen op de ‘WATT’ waarde.
4-2 Gebruik de ▲ of ▼ toets om warden in te stellen voor de functies TIME (tijd), DISTANCE
(afstand), CALORIES (calorieën) en PULSE (hartslag) en bevestig deze vervolgens met de
‘MODE’ toets.
4-3 U kunt beginnen met uw training door op de ‘START’ toets te drukken. De ‘RPM’ en
‘PULSE’ waarden zijn een reflectie van de door u geleverde prestaties. Mocht u de training (met
behoud van alle ingestelde waarden) willen onderbreken dan kunt u hiervoor de ‘STOP’ toets
gebruiken. De ‘RESET’ toets zal u terugbrengen naar het programma keuzemenu (PROGRAM
SELECT).
(5) PROGRAM (voorgeprogrameerde programma’s)
5-1 Met behulp van de ▲ of ▼ toets kunt u een keuze maken uit één van de
voorgeprogrammeerde programma’s, genummerd van P1 tot P12. Na uw programmakeuze zal
het bijbehorende staafdiagram gaan oplichten op het Lcd-scherm.
5-2 Na uw programmakeuze, kunt u met behulp van ▲ of ▼het weerstandsniveau (LEVEL) en
de tijd (TIME) instellen en deze vervolgens bevestigen met de ‘MODE’ toets. Druk op 'START’
om met uw training te beginnen.
5-3 Het weerstandsniveau kan tijdens de training worden aangepast. ‘LEVEL’ zal oplichten en
het huidige niveau zal op het Lcd-scherm worden weergegeven. Indien het weerstandsniveau
ongewijzigd blijft zal het Lcd-scherm na 3 seconden automatisch overspringen op de ‘WATT’
waarde.
(6) H.R.C. (hartslagniveau)
Kies uw eigen hartslag target met behulp van de ▲ of ▼ toets uit één van de
voorgeprogrammeerde programma’s (55%, 75%, 90%) of stel deze handmatig in (TARGET).
De hartslag zal worden berekend aan de hand van de ingevoerde gebruikersleeftijd en zal
knipperend worden weergegeven in de alfanumerieke kolom. Met behulp van de▲ of ▼ toets
kunt u een doelhartslag (TARGET) instellen (bereik: 30~230) en deze vervolgens bevestigen
met de ‘MODE’ toets. Stel uw trainingstijd (TIME) in met de ▲ of ▼ toets en druk op ‘START’
om aan uw training te beginnen.
(7) USER PROGRAM (gebruikersprogramma’s)
Stel uw eigen trainingsprogramma (PROGRAM) samen en stel uw waarden in met behulp van
de ▲ of ▼ toets. Bevestig elke waarde met de ‘MODE’ toets en wis de warden door de ‘MODE’
toets 2 seconden ingedrukt te houden. Druk op ‘START’ om aan uw training te beginnen.
(8) WATT (wattinstelling)
De watt waarde kunt u naar eigen wens instellen. De standaard wattinstelling is 120 en zal
knipperend worden weergegeven in de alfanumerieke kolom. Met behulp van de ▲ of ▼ toets
kunt u deze aanpassen waarna u deze dient vast te leggen met de ‘MODE’ toets. Stel
vervolgend uw trainingstijd (TIME) in met de ▲ of ▼ toets en druk op ‘START’ om aan uw
training te beginnen. De watt waarde zal tijdens de training in het verlengde liggen van de
ingevoerde RPM waarde. Het kan tijdens de training worden aangepast met behulp van de
▲ of
▼ toets.