Afspelen
77
Ne
AANGEVEN VAN DE DATUM, TIJD EN CAMCORDER-GEGEVENS (DATACODERING)
In de videorecorder-gebruiksstand kunt u de gegevens op het scherm brengen of verbergen tijdens afspelen,
slowmotion of stilstaand beeld.
Camcorderdata kan worden aangegeven als “– – –” tijdens vooruitspoelen, terugspoelen, achterwaartse
weergave, voorwaartse en achterwaartse ×2 weergave.
Druk tijdens afspelen, slowmotion of stilstaand beeld op de DATA CODE-knop van de
infraroodafstandsbediening.
• Druk er eenmaal op om hem aan te geven en nogmaals om hem uit te schakelen.
Datacodering met datum en tijd wordt automatisch bijgehouden en andere camcorderdata (sluitersnelheid
en belichtingsinstelling) worden automatisch opgenomen op een speciaal daarvoor gereserveerd gedeelte
van de band.
Stel in of u de datum, de tijd, of beide aanduidingen wilt zien in de datacoderingdisplay (zie blz. 35).
Om de datum- en tijdcombinatie te wijzigen, opent u het VCR MENU en kiest dan DISP.SET UP.
Vervolgens kiest u D/TIME SEL., stelt het onderdeel in op DATE, TIME of DATE & TIME en sluit
dan het menu.
Kiezen van de datum/tijd
(zie blz. 25)
U kunt tevens de camcorderdata (sluitertijd en belichtingsinstelling) bij de cassette-datacodering aangeven.
Om de instelling te wijzigen, opent u het VCR MENU en kiest dan DISP.SET UP. Vervolgens kiest u
DATA CODE, stelt het onderdeel in op DATE/TIME, CAMERA DATA of CAM. & D/T en sluit dan
het menu.
Instellen van de datacodering