04
02
05
11
24
23
30
30
08
20
21
20
22
05
17
18
08
19
20
12
14
13
12
13
14
13
12
15
05
02
01
07
08
08
10
10
04
02
05
11
07
46
07
14
46
07
46
29
46
16
13
05
27
25
28
11 26
25
11
29
29
07
11
17
11
46
11
25
27
28
46
1. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN UITV
1.1 VVOORBEREIDING ISOFIX “ uit.
1.2 INSTELLEN V
150 cm)“ uit.
1.3 VXP“ in hoofdstuk 4.4 „ XP-P
VERWIJDEREN“ uit.
2.
toegelaten aut30 vlak
tegen de rugleuning van de autost
Tip! W
bevestiging van het kinderzitje hindert, moet deze wor
weggenomen (zie handleiding voertuig). Bewaar de weg-
genomen hoofdsteun op een veilige plaats in het voertuig
zodat deze niet weggeslinger
1. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN UITV
1.1 INSTELLEN V
150 cm)“ uit.
1.2 XP“ in hoofdstuk 4.4 „ XP-P
VERWIJDEREN“ uit.
3. ISOFIX BEVESTIGEN
3.1 04 vlak voor de
twee kliksystemen 02 .
3.2 04 in de kliksys-
temen 02 tot de ISOFIX-bevestigingsarmen 04 aan beide
zijden met een klikgeluid vergrendelen.
GEVDe groene beveiligingsknop 05 moet aan beide
zijden zichtbaar zijn, zodat het kinderzitje correct bevestigd is.
De
ADV
wordt niet vast in de auto gemont
weg samen met uw kind met de driepuntsgordel van de auto vastge
Om de zithoek te verstellen:
23 naar voren en trek/schuif de zit-
kuip 24 in de gewenste positie.
GEVDe zitkuip 24 moet in elke positie stevig ver-
grendelen. T24 , om het vergrendelen te
controleren.
TIP! U kunt de hellingshoek van de zitkuip 24 ook
verstellen, als uw kind in het kinderzitje zit. Span de
voertuiggordel na het verstellen van de zithoek, wanneer u
het kinderzitje met de voertuiggordel gebruikt (B1 en B2 ).
7. UW KIND V
4. KINDERZIT
mogelijk.
5. BEVESTIGING CONTROLEREN
vastzit en controleer nogmaals de beveiligingsknoppen 05 ,
om er zeker van t
6. UW KIND VAS .
2. Plaats het kinderzitje op de autostoel. Z
rugleuning 30 vlak tegen de rugleuning van de autostoel
aankomt.
Tip! W
bevestiging van het kinderzitje hindert, moet deze wor
weggenomen (zie handleiding voertuig). Bewaar de wegge-
nomen hoofdsteun op een veilige plaats in het voertuig zodat
deze niet weggeslinger
3. UW KIND VAS .
Een juist ingestelde hoofdsteun 07 beschermt uw kind optimaal
als het in het kinderzitje zit. Controleer regelmatig, ofdehoogt
van de hoofdsteun 07 nog bij de lichaamslengte van uw kind
past:
De hoofdsteun 07 moet zo zijn afgesteld, dat de schoudergor
dels 08 zich op schouderhoogte van uw kind of iets daarboven
bevinden.
Een goed afgestelde hoofdsteun 07 waarbor
positie van het schoudergedeelte van de gor 11 , en biedt uw
kind optimale beveiliging in het kinderzitje. Controleer regelma-
tig, of de hoogte van de hoofdsteun 07 nog bij
delichaamslengte van uw kind past:
De hoofdsteun 07 moet zo zijn afgesteld dat er tussen
deschouders van uw kind en de hoofdsteun 07 nog twee
vingers ruimte is.
Zo kunt u de hoogte van de hoofdst
op delichaamsgrootte van uw kind afstellen:
1. Maak de greep 10 op de acht07
los.
2. V07 in de ge-
wenste hoogte. Z10 loslaat, klikt de
hoofdsteun 07 vast.
3. Plaats het kinderzitje op de autostoel.
4. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen en controleer de
hoogte. Herhaal dez07 de
juiste hoogte heeft.
1.
men, klemt u de twee kliksystemen 02 , die met het stoeltje
zijn meegeleverd*, met de uitsnede omhoog opdetwee
ISOFIX-bevestigingspunten 01 van uw auto.
TIP! De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen de
zitting en de rugleuning van de autostoel.
2. Schuif de hoofdsteun van de autost
3. T
greep 03 , tot de ISOFIX-bevestigingsarmen 04 volledig zijn
uitgeschoven.
4. Druk op beide kanten van de ISOFIX-bevestigingsarmen 04
de groene vergr 05 en de rode ontgrende-
lingsknop 06 tegen elkaar
beide haken van de ISOFIX-bevestigingsarmen 04 geopend
en gebruiksklaar zijn.
* De kliksystemen maken de inbouw van het kinderzitje met behulp van de ISOFIX-bevestigings-
punten gemakkelijk
worden, verwijder ze dan en bewaar ze op een veilige locatie. V
waarvan de rugleuning platgelegd kan worden, voordat u deze platlegt.
Eventuele problemen zijn meestal het gevolg van vuil of vreemde mat
en op de haken. V
4.1 V
Lees eerst
►De schoudergordels 08 moeten zo worden afgest
horizontaal lopen of vlak boven de schouders vanuwkind
liggen.
►De schoudergordels 08 mogen niet achter de rug
vanuwkind, ter hoogte van of boven de or
De schoudergordels worden als volgt ingest
1. Maak de vijfpuntsgordel 09 van het kinderzitje zo wijd mo-
gelijk.
2. Maak de greep 10 op de achterkant van de hoofdsteun 07
los.
3. V07 in de ge-
wenste hoogte. Z10 loslaat, klikt de
hoofdsteun 07 vast.
4. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
6. ZITHOEK AFS
100 - 150 cm
Met voertuiggordel
B2
100 - 150 cm
Met ISOFIX + voertuiggordel
B1
De zitkuip van de
ADV
kan in drie verschillende hellingshoeken wor-
den gebruikt. De
ADV
is voor de volgende toepassingen toegestaan:
Zithoek Lichaamslengte
Rechte positie 76 - 140 cm
Middelste positie 76 - 150 cm
Liggende positie 76 - 150 cm
4.3
4.2 Instellen van de hoofdsteun (76 - 102cm / ≤ 21kg)
De XP-PB1 en B2 worden gebruikt.
1. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN UITVOEREN
1.1 VOORBEREIDING ISOFIX “ uit.
1.2 INSTELLEN V
102cm / ≤ 21 kg)“ uit.
1.3 B1 of B2 naarA terugz
dan de stappen „XP-P“ in hoofdstuk 4.4 „ XP
GEN/VERWIJDEREN“ uit.
76 - 102cm / ≤ 21kg
Met ISOFIX + T
A
2. TOP TETHER V
2.1 12 van de T 13 uit de bevesti-
ging aan de achterzijde van het kinderzitje.
3. TOP TETHER BEVES
Hang de kniphaak 12 in het in de bedieningshandleiding van
uw voertuig aanbevolen T
LET OP! Let erop dat u in plaats van het T
ringspunt niet de bagagehaak gebruikt.
Zoek in uw voertuig naar dit symbool:
4. ISOFIX BEVESTIGEN
4.1 04 vlak voor de
twee kliksystemen 02 .
4.2 04 in de kliksys-
temen 02 tot de ISOFIX-bevestigingsarmen 04 aan beide
zijden met een klikgeluid vergrendelen.
GEVDe groene beveiligingsknop 05 moet aan beide
zijden zichtbaar zijn, zodat het kinderzitje correct bevestigd is.
5. KINDERZIT
mogelijk.
6. BEVES
vastzit en controleer nogmaals de beveiligingsknoppen 05 ,
om er zeker van t
7. TOP TETHER SP
13 , tot de riemspanningsin-
dicator 16 groen wordt en de T 13 strak gespan-
nen is.
2.2 13 uit de bewaartas 14 en leg deze over
het kinderzitje.
2.3
bruik toegelaten aut
van het auto
en kinderzitje zo klein mogelijk is.
2.4 13 en druk de metalen gesp 15 van de
gordel weg, om de gordel langer t
T13 aan de kniphaak 12 .
2.5 13 in het midden tussen de dragers
van de hoofdsteunen 07 door
nen langs de zijkant, welke het dichtst bij het T 13
-verankeringspunt van het voertuig ligt.
9. SCHOUDERGORDELS L
steltoets 18 en trekt u tegelijk08
naar voren.
LET OP! T19 .
10. GORDELSL
20 te openen, drukt u op de rode toets op
het gordelslot.
11. KIND IN KINDERZIT
Plaats uw kind in het kinderzitje.
20 naar voren verplaatst isen zet
uw kind in het kinderzitje.
12. SCHOUDERGORDELS PLAA
08 over de schouders vanuwkind.
WAARSCHUWING! V
gordels niet, omdat dit de beschermende functie tenietdoet.
13. GORDELSL
21 bijeen en laat ze in elkaar grij-
pen, voordat u ze in het gor20 steekt – daarbij moet
een klikgeluid te horen zijn.
14. VERSTELGORDEL SP
22 tot de gordel plat en strak om
het lichaam van uw kind zit.
WAARSCHUWING! De heupgor
mogelijk over de liezen van uw kind lopen.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elk
►het kinderzitje aan beide zijde met de ISOFIX-bevestigingsarmen 04 in de ISO-
FIX-bevestigingspunten 01 vergrendeld is en de twee beveiligingsknoppen 05
geheel groen zijn;
►het kinderzitje goed vast zit;
►de T13 strak over de rugleuning van het auto
isenderiemspanningsindicator 16 groen is;
►de gordels van het kinderzitje str
hetaf te klemmen;
►de schoudergordels 08 juist zijn afgesteld en de gordels niet gedr
►de schouderkussens 19 zich in de juiste positie op het lichaam van uw kind bevinden;
►de gespdelen 21 in het gordelslot 20 vergrendeld zijn;
►de SICT 17 correct is geïnstalleerd en wor
8. SICT AANP
17 linksom (aan de kant die het dichtst bij het
portier ligt) eruit tot hij op 5 mm afstand van het portier is of
maximaal is uitgedraaid.
XP-P
1. 46 uit de bewaartas14 .
2. 46 aan de hoofdsteun 07 van het
autokinderzitje.
3. 46 aan de kant van de autodeur in het
kinderzitje.
4. 46 in de lichtgroene
gordelhouder 29 van de hoofdsteun07 totdat dez
en niet gedraaid in de gor 29 ligt.
4.4 XP
XP-P
1. 46 uit de lichtgroe-
ne gordelhouder 29 .
2. 46 van de hoofdsteun 07 van het
autokinderzitje.
3. 46 op in de bewaartas 14 .
1. Draai de SIC 17 linksom (aan de kant die het dichtst bij het
portier ligt) eruit tot hij op 5 mm afstand van het portier is of
maximaal is uitgedraaid.
13. T
de gordel 11 te trekken.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of ...
►het kinderzitje aan beide kanten met de ISOFIX-bevestigingsarmen in de ISO-
FIX-bevestigingspunten is ingeklikt en dat beide beveiligingsknoppen geheel groen
zijn (geldt alleen voor B1 | met ISISOFIX + voertuiggordel);
►het kinderzitje goed vast zit;
►het heupgedeelte van de gordel aan beide zijden door de donk
leiders van het zitkussen loopt,
►de
heupgordel door de donkergr
SecureGuard verloopt,
►het schoudergedeelte van de gor
ook door de donkergroene gor
►het schoudergedeelte van de gor
hoofdsteun loopt,
►de XP-P
►het schoudergedeelte van de gor
►de gordels goed strniet zijn gedr
►het autogordelslot niet in de donk
GEV
Wanneer uw probeert het gor 27 te openen of het schouder-
gedeelte 11 in de donkergroene SecureGuar26 te doen, stop dan zodr
mogelijk is. Controleer of het kinderstoeltje goed vast zit en contr
goed vast zit. Leg uw kind uit wat de gevaren van zijn of haar gedr
2. Plaats uw kind in het kinderzitje en leg de XP-P46 over
de borst van uw kind. Indien u constateert dat de trekkr
van de 3-puntsgordel niet voldoende is om ervoor te zorgen
dat de gordel str
stoeltje zonder XP 46 worden gebruikt.
3.
het slot van deautogordel 27 .
GEV Let op dat de autogordel niet gedr
anders geen gebruik maakt van de volledige beschermende
werking van het vasthoudsysteem.
4. Klik de gesp in het autogordelslot 27 met een “klik”-geluid
vast.
5. 11 en het heupgedeelte 25 van
de gordel aan de kant van het gordelslot van de aut 27
door de donkergroene gor28 van het zitkussen.
GEV Het gordelslot 27 mag zich niet in de omgeving
van de donkergroene gor28 bevinden.
6. Leid het heupgedeelte van de gor25 aan de andere zijde
van het zitkussen ook door de donkergroene gor
28 .
GEVHet heupgedeelte van de gor 25 moet aan bei-
de zijden zo laag mogelijk over de heupen van uw kind lopen.
7. Plaats de heupgordel 25 in de donkergroene SecureGuar
26 .
GEVPlaats niet de schoudergordel 11 in de donker
groene SecureGuar 26 .
8. Leid het schoudergedeelt11 in de lichtgroene
gordelhouder 29 van de hoofdsteun07 totdat dez
en niet verdr29 ligt.
Tip! Als de rugleuning 30 de lichtgroene gordelhouder 29
bedekt, kunt u de hoofdsteun 07 naar boven verstellen. Nu
kan het schoudergedeelte van de gor 11 gemakkelijk
worden aangebr 07 ver
terug op de juiste hoogt
9. Controleer dat het schoudergedeelt 11 over het sleutelbeen
van uw kind loopt en niet tegen de hals ligt en dat de knop op
de lichtgroene gordelhouder 29 volledig gesloten is.
Tip! U kunt de hoogt07 ook nog in de
auto afstellen.
10. Open de klittensluiting van de XP46 en klap het boven-
ste deel van de XP 46 opzij.
1Leg het schoudergedeelt11 van de gordel in het geopende
vlak van de XP-P46 .
12. Sluit de XP-P46 weer door het opengevouwen deel weer
terug te vouwen en de klitt
GEV Het schoudergedeelt11 moet
schuin naar achteren lopen. U kunt de weg van de gor
de instelbare gor
GEVHet schoudergedeelt 11 mag nooit naar voren
lopen naar de gordelomleider van de auto. Gebruik in dat
geval het kinderzitje alleen op de achterzitting.
5. INBOUW & GEBRUIK
GEV V
auto vervoerd worden, als het niet corr
A)
1. Maak de T13 los door de metalen gesp 15
van de gordel weg te drukk
2. 12 uit het verankeringspunt van het voertuig los en leg de T
T13 naar voren over het kinderzitje.
3.
05 en de rode ontgrendelingsknop 06 tegen elkaar te drukk
4. 13 op in de bewaartas 14 en
hang de kniphaak van de T13 in de bevestiging o de achterzijde van het
kinderzitje.
5. 04 terug in de zitkuip 24 .
B) 100 - 150 cm (ISOFIX + VOERTUIGGORDEL/VOERTUIGGORDEL)
1. Druk de ontgrendelknop van de autogor
2. Open de XP-P46 op de klittensluiting en verwijder deze van de dwarsgordel
11 .
3. Open de lichtgroene riemhouder 29 door de knop op de riemhouder 29 naar
achteren t11 er uit.
Alleen bij installatietype met ISOFIX:
4. Druk om de ISOFIX-bevestiging los te maken op de gr 05
en de rode ontgrendelknop 06 eerst op de ene en daarna op de andere kant
tegen elkaar aan.
5. 04 terug in de zitkuip 24 .
8. VERWIJDERING V
8.1 DE GORDEL BIJ UW KIND L
8.2 UITBOUWEN:
A)
Om het gordelslot te openen, drukt u op de r
B) 100 - 150 cm (ISOFIX + VOERTUIGGORDEL/VOERTUIGGORDEL)
autogordel.
TIP! Het XP-P
deelte van de auto; het schouder
Zie: Hoofdstuk 7 stap 11 [pagina II].
03
04
46
14. Z 46 in het midden van de borst-
kas ligt.
