10
Inzet voor vloeibaar wasmiddel afhankelijk van model
Voor de dosering van vloeibaar wasmiddel de inzet plaatsen:
– Wasmiddellade volledig uitnemen a blz. 10.
– Lade naar voren schuiven.
Lade niet gebruiken (naar boven schuiven):
– bij gelachtig wasmiddel en waspoeder,
– bij programma's met Voorwas en optie Eindtijd.
Onderhoud
ʑ
Behuizing wasautomaat, bedieningspaneel
– Met een zachte, vochtige doek afnemen.
– Geen schurende doeken, schuursponsjes of reinigingsmiddelen (RVS-reiniger) gebruiken.
– Wasmiddel
ä en reinigerresten direct verwijderen.
– Reinigen met waterstraal niet toegestaan.
Doseerbakje reinigen ...
... wanneer was- of wasverzachterresten aanwezig zijn.
1. Er uit trekken, borging naar beneden drukken, lade volledig
uitnemen.
2. Lade uitnemen: met vinger lade van onderen naar boven
drukken.
3. Doseerbakje en inzet met water en borstel reinigen en drogen.
4. Inzet plaatsen en inklikken (cilinder op geleidepen steken).
5. Doseerbakje inschuiven.
Doseerbakje open laten zodat restvocht kan opdrogen.
ʑ
Wastrommel
Vulvenster open laten, zodat trommel droogt.
Roestvlekken - chloorvrij reinigingsmiddel gebruiken, geen staalwol.
ʑ
Ontkalken Geen wasgoed in de wasautomaat!
Bij een juiste dosering van het wasmiddel niet nodig. Indien toch, te werk gaan volgens de
aanwijzingen van de leverancier van het ontkalkingsmiddel. Geschikte ontkalkingsmiddelen
kunt u verkrijgen via onze website of via de servicedienst (a blz. 13).
Instructies op het display afhankelijk van model
Vuldeur open? Vuldeur goed sluiten; eventueel wasgoed ingeklemd.
Kraan dicht? Waterkraan volledig openen, toevoerslang geknikt/afgeklemd;
zeef reinigen a blz. 11, waterdruk te laag.
Pomp verstopt? Pomp verstopt; pomp reinigen a blz. 11.
Afvoerslang/afvoerbuis; afvoerslang op sifon reinigen a blz. 11.
Pauze Niet bijvullen;
waterniveau te hoog
of temperatuur te hoog
Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Start/bijvullen kiezen om het
programma te hervatten.
F: 23 Water in bodemplaat, apparaat lekt. Contact opnemen met de
klantenservice!
F: 34 Vuldeur kan niet worden vergrendeld. Vuldeur openen en met
hoorbare "klik" sluiten; apparaat uit- en weer inschakelen; programma
instellen en individuele instellingen maken; programma starten.
Andere indicaties App. uitsch., 5 seconden wachten en weer inschakelen. Verschijnt de
melding opnieuw, dan contact opnemen met de Servicedienst
a blz. 13.
– Elektrocutiegevaar! Netstekker uit contactdoos halen!
– Explosiegevaar! Geen oplosmiddelen gebruiken!
11
Instructies bij verstopping
Soppomp
Programmakiezer op Uit zetten, stekker uit het stopcontact halen.
1. Service
äklep openen en verwijderen.
2. Aftapslang uit de houder nemen. Afsluitkap er af halen, sop weg laten
stromen, afsluitkap er weer op drukken.
3. Pompdeksel voorzichtig losschroeven (restwater).
4. Binnenruimte, schroefdraad van het pompdeksel en pomphuis reinigen
(waaier van de pomp moet gedraaid kunnen worden).
5. Pompdeksel weer plaatsen en vastschroeven. Handgreep staat verticaal.
Aftapslang weer in de houder plaatsen.
6. Serviceklep plaatsen en sluiten.
Om te voorkomen dat bij de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt in de afvoer loopt:
1 liter water in compartiment II gieten en programma Afpompen starten.
Afvoer slang op sifon
Programmakiezer op Uit zetten, stekker uit het stopcontact halen.
1. Slangenklem losmaken, afvoerslang voorzichtig lostrekken (restwater).
2. Afvoerslang en sifonklemmen reinigen.
3. Afvoerslang weer plaatsen en aansluitplek met slangenklem borgen.
Zeef in watertoevoer
Elektrocutiegevaar
Aqua-Stop-veiligheidsvoorziening niet in water onderdompelen (bevat elektrische
afsluiter).
Waterdruk in toevoerslang afbouwen:
1. Waterkraan sluiten!
2. Gewenst programma kiezen (behalve Centrifugeren / Afpompen).
3. Start/bijvullen kiezen. Programma ca. 40 seconden laten draaien.
4. Programmakiezer op Uit zetten. Stekker uit het stopcontact halen.
Zeef reinigen:
5. Slang loskoppelen van waterkraan. Zeef met borstel reinigen.
en/of bij modellen Standaard en Aqua-Secure:
slang aan achterzijde van het apparaat nemen,
zeef met tang uitnemen en reinigen.
6. Slang aansluiten en op lekdichtheid controleren.
– Kans op brandwonden!
Wassop laten afkoelen!
– Waterkraan dichtdraaien!