resp. de
indicatie in het voorraadreservoir
29 .
Indien nodig glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven
25 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met
de zeefcylinder vastschroeven.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater
kunnen de sproei-openingen en de lagers
van de sproeiarmen
22 en 23
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping door etensresten con-
troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 23
naar boven eraf trekken.
Bovenste sproeiarm 22 eraf
schroeven.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.